Iedere organisatie wordt constant geconfronteerd met verandering. Al enkele decennia prijkt de slogan “verandering is de enige constante in onze organisatie” boven het bureau van menig CEO. Vele adviesbedrijven hebben hun core business gemaakt van “management of change” en één van de sleutel competenties daarbij is antwoord bieden op de structurele weerstand. Je kan de slogan boven het bureau van de CEO ook vervangen door “weerstand is de enige constante bij veranderingen”.
Ook de gezondheidssector zit in volle verandering. De digitalisering is daar maar één aspect van. Digitalisering zorgt er wel voor dat zeer veel processen veranderen, zorgt er wel voor dat de interactie tussen de verschillende actoren grondig overhoop wordt gehaald. En bovendien worden een niet onbelangrijke groep van zorgactoren, met een “aangeboren” aversie voor informatica nu gedwongen richting digitale gezondheidszorg te stappen.
Er is in onze NV gezondheidszorg en onze holding Volksgezondheid dus nood aan management of change. Het is hoog tijd dat we omgaan met de weerstanden.
Omgaan met weerstanden doe je niet door te plooien voor hen die hard roepen dat het een schandaal is. Maar anderzijds zijn een hele reeks van technieken die gebruikt worden om met weerstand om te gaan niet van toepassing. Onze NV gezondheidszorg en holding Volksgezondheid zijn namelijk geen bedrijven. Er staat geen CEO aan het hoofd die beslist over carrière en C4. Er zijn overlegorganen die samen met de overheid de richting bepalen. En zelfs die overlegorganen hebben geen impact op de weerstand. Het komt van de basis.
De zorgverstrekker, die gelukkig is met de digitalisering, die gewoon gebruik maakt van de aangeboden opportuniteiten, gebruikt eGezondheid en veel meer. De tevreden zorgverstrekker werkt gewoon verder in een veranderende wereld en evolueert mee met de maatschappij. Deze zorgverstrekker ligt mee de basis van de meer dan 6 miljard boodschappen die ondertussen jaarlijks het eHealth platform passeren. Maar een belangrijke groep zorgverstrekkers biedt weerstand en doet dat met luide stem en uitgebreid op allerhande fora.
Wat vanuit een management of change oogpunt dient vermeden worden is dat ze in hun kritiek gelijk hebben en daardoor (terecht?) hun zin krijgen. Het geeft hen macht en vertrouwen. In een bedrijfsomgeving kan je “opleggen” om voorlopig met kinderziekten en onvolkomenheden te leven. In onze NV gezondheidszorg en holding Volksgezondheid is dat moeilijk tot onmogelijk.
Het uitstel van de verplichting van elektronisch voorschrijven komt er omwille van functionele aanpassingen die nog moeten gebeuren. Spijtig dat het onvoldoende op die manier geduid is. Het is afwachten naar de beslissing van 4 december hoelang het uitstel zal zijn. De datum van mei 2018 is nog niet beslist. Het is opletten geblazen. Er kan beter uitgesteld worden tot september 2018, als dat de zekerheid geeft op meer perfectie.
De verplichting elektronisch voorschrijven mag geen kopie worden van TPE, waarmee blijkbaar blijvend problemen ondervonden worden.
En ten slotte. Vele vrije beroepers worden zenuwachtig bij het woord verplichting, dat volgens hen haaks staat op het woord vrij. Ook hier is het natuurlijk zeer belangrijk om te duiden waarom iets verplicht wordt. Dat geldt voor weerstanden tegen elektronisch voorschrijven, elektronisch factureren en zeker ook bij het ter beschikking stellen van medische informatie in de context van zorgtrajecten, chronische zorg en andere healthdata.be projecten. Goed wetende dat “vrij” geen synoniem is van “absolute vrijheid” en “vrij” wel steeds moet geïnterpreteerd worden binnen de contouren van het uitgetekende gezondheidszorg-ecosysteem. Het steeds veranderende gezondheidszorg-ecosysteem. Veranderend ter bevordering van de kwaliteit van de zorg voor de patiënt.