Vorig jaar vond in UZ Leuven een recordaantal levertransplantaties plaats. Gemiddeld gebeurden er jaarlijks 75 transplantaties van levers, in 2023 steeg dat aantal tot 93. Een belangrijke reden voor de toename is het feit dat meer levers van mensen die gestorven zijn na een hartstilstand, gebruikt zijn als donorlever.
De kans op complicaties bij transplantaties van levers die gedoneerd zijn na een hartstilstand, is groter dan bij levers die gedoneerd zijn na hersendood. Levers van donors die stierven aan een hartstilstand, worden daarom door sommige transplantatiecentra minder snel geaccepteerd. De laatste jaren werkten onderzoekers aan een nieuwe techniek, waardoor artsen donorlevers van mensen die overleden zijn aan een hartstilstand toch kunnen gebruiken.
Perfusiemachine
UZ Leuven stond mee aan de wieg van de ontwikkeling van de nieuwe techniek. Daarbij laat een perfusiemachine een zuurstofrijke vloeistof door de lever stromen: zo loopt de lever minder schade op en heeft de ontvanger minder last van complicaties. Drie vierde van de levertransplantaties die uitgevoerd zijn vorig jaar in UZ Leuven, gebeurden met een lever afkomstig van een overledene na een hartstilstand.
"Levers afkomstig van mensen die overleden na een hartstilstand, zorgen vaker voor complicaties bij een ontvanger. Tot nu toe was de enige oplossing om zo snel mogelijk de operatiezaal in te trekken", vertelt professor Diethard Monbaliu, transplantatiechirurg in UZ Leuven. "Dankzij hoopgevende studies over de perfusiemachine zijn we geruster om dat type 'moeilijke' levers toch te transplanteren, ook als er een aantal kostbare uren verstrijken."
Het transplantatiecentrum kan nu ook hoogrisicolevers geven aan hoogrisico-ontvangers, zoals patiënten die in een slechte medische conditie verkeren en van wie vroeger gedacht werd dat een transplantatie te zwaar zou zijn, vertelt Monbaliu. "Het gevolg is dat we een duidelijke daling zien van de wachtlijst voor levertransplantaties in 2023."