Dankzij doorgedreven onderzoek werden de voorbije jaren belangrijke doorbraken gerealiseerd op het gebied van kankeronderzoek. Zij leidden tot nieuwe geneesmiddelen, die voor duizenden kankerpatiënten in ons land levensreddend zijn geweest of tot een verbetering van hun levenskwaliteit hebben geleid.
Het werkelijke bedrag dat de overheid voor deze geneesmiddelen betaalt ligt veel lager dan wat in de studie van de CM over de stijgende uitgaven voor kankergeneesmiddelen aangegeven wordt. De berekeningen van de CM berusten immers op de bruto-bedragen, waarvan de verkooptaks (goed voor ong. 50 miljoen euro voor die top-tien geneesmiddelen uit de studie), en de compensaties in het kader van de conventies nog moeten worden afgetrokken.
De stijgende uitgaven kaderen in een bewuste keuze van de overheid om kankergeneesmiddelen sneller toegankelijk te maken voor een grotere groep patiënten. Om dat mogelijk te maken hebben de overheid en de industrie samen besloten om veel budgettaire ruimte vrij te maken, onder meer door andere, oudere geneesmiddelen goedkoper te maken.
Deze, en andere maatregelen hebben er voor gezorgd dat de netto-kosten voor geneesmiddelen sinds 2012 minder sterk gestegen zijn dan de andere posten in het budget van de gezondheidszorg. Het aandeel van de netto-kost voor geneesmiddelen ten opzichte van de totale begroting voor gezondheidszorg gaat er op achteruit.
Dankzij deze aanpak hebben vele duizenden kankerpatiënten in ons land sneller toegang gekregen tot nieuwe behandelingen en krijgen ze perspectief op een betere toekomst.
Lees ook : CM maakt zich zorgen over hoge kostprijs van geneesmiddelen