Zowat 27 miljoen meisjes riskeren het slachtoffer te worden van genitale verminking tegen 2030 als er geen actie wordt ondernomen. Dat hebben het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA), kinderrechtenorganisatie Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) donderdag gezegd in een verklaring naar aanleiding van de Internationale dag van de Strijd tegen Vrouwelijke Genitale Verminking.

Vrouwelijke genitale verminking is een schending van de mensenrechten die diepe en levenslange fysieke, emotionele en psychologische littekens nalaat, stellen de VN-organisaties. Ze willen door samenwerking met landen en gemeenschappen vrouwenbesnijdenissen de wereld uit helpen. Vandaag treft de schadelijke praktijk meer dan 230 miljoen vrouwen en meisjes. 

De VN-organisaties zijn evenwel hoopvol. In veel landen daalde het aantal gevallen van genitale verminking. Onder meer in Kenia en Oeganda werpen samenwerkingsinitiatieven volgens de organisaties hun vruchten af. Toch liggen slechts zeven van de 31 landen waarvan data wordt verzameld, op schema om genitale verminking tegen 2030 uit te bannen.

Versterkte samenwerking tussen politieke leiders, burgerbewegingen, gezondheidszorg en onderwijs moet de vooruitgang versnellen. De VN-organisaties wijzen beleidsmakers op alle niveaus op hun verantwoordelijkheid om mensenrechten te beschermen. "We hebben allemaal een rol te spelen zodat elk meisje beschermd is", klinkt het.

Sinds de lancering van een gezamenlijk UNFPA en Unicef-programma in 2008 hebben bijna 7 miljoen meisjes en vrouwen toegang gekregen tot preventie- en beschermingsdiensten.