“Geen kwaliteitsverschil tussen kleinere en grotere ziekenhuizen”

Binnen de driejarige leerstoel Future of Hospital Quality van Zorgnet-Icuro startten beloftevolle jonge onderzoekers met een doctoraatstraject. Twee daarvan, apotheker Astrid Van Wilder en dr.  Jonas Brouwers, promoveerden onlangs. Zorgwijzer, het blad van Zorgnet-Icuro, ging met hen in gesprek over de kwaliteit in de Belgische ziekenhuizen en de manier waarop beleidsmakers die zorgkwaliteit kunnen waarborgen. Enkele boeiende vaststellingen uit het onderzoek, door hen beiden toegelicht.

(Astrid Van Wilder)

  • “In 2018 gaf 61% patiënten hun ziekenhuiservaring 9 op 10. Tien jaar eerder was dat 56%. Daartegenover staan enkele negatieve cijfers zoals een stijging van het aantal heropnames tot 5,2% en een relatief hoge sterftegraad bij ernstige complicaties tijdens het ziekenhuisverblijf.”
  • “Gemiddeld sterven 23 op 100 patiënten die bijvoorbeeld een longontsteking, sepsis of maagdarmbloeding opliepen. Verontrustend, want het zijn perfect behandelbare complicaties. Als iemand overlijdt, wil dat dus zeggen dat er iets misliep in de zorg. Die failure to rescue is een oud zeer. 20 jaar geleden lag het cijfer even hoog als vandaag. Ook in internationale vergelijkingen scoren we slecht. De VS registreert failure to rescue op dezelfde manier als België en noteert een gemiddelde sterftegraad van 11 op 100 patiënten. Minder dan de helft dus.”
  • “Na een ernstige maar behandelbare complicatie zoals een maagdarmbloeding loop je vijfmaal meer kans om te overlijden in een slecht presterend ziekenhuis. Voor doorligwonden zien we dan weer dat sommige ziekenhuizen het tot acht keer slechter doen dan het gemiddelde Belgische ziekenhuis. Die variatie zie je overal terugkomen. (…) We spreken over data uit 99 verschillende ziekenhuizen, geregistreerd over tien jaar. Die veelheid aan versnipperde info verhulde lang een totaalbeeld. Dankzij mijn onderzoek is dat beeld er nu wel.”
  • Over de impact van wisselende zorgkwaliteit: “België telt ongeveer 100 ziekenhuizen. Als de 25 slechtste presteerders wat betreft mortaliteit het even goed zouden doen als de mediaan, kunnen we 4083 overlijdens per jaar vermijden. Dat zijn tien grote vliegtuigen vol passagiers die langer zouden leven als ze in een ander ziekenhuis waren opgenomen. Ik vind dat zorgwekkend.”

Over verschillen qua grootte, regio of universitaire status van het ziekenhuis

  •  “We merkten geen verschil en dat verraste enigszins omdat de literatuur net die verschillen aanwijst als mogelijke verklaringen. Maar volgens onze data spelen ze geen rol. Een klein perifeer ziekenhuis levert niet per se slechtere of betere zorg dan een grote speler. Ook de vraag of je in Vlaanderen, Brussel of Wallonië opgenomen wordt, speelt geen rol. Mogelijk hangt zorgkwaliteit samen met de ziekenhuiscultuur, bestaffingsgraad, of andere zaken. Mijn vermoeden is dat er meerdere factoren spelen.”
  • “Je moet wel de vinger op de wonde durven leggen. Het lijkt me bijvoorbeeld zinvol dat de zorginspectie focust op de minder goede presteerders. Nu controleert ze veeleer at random.”

(Jonas Brouwers, foto)

  • “Het Belgische kwaliteitsbeleid mist centrale aansturing en monitoring. Ziekenhuizen ondernemen actie, maar niemand registreert de impact daarvan op lange termijn. Een efficiënt kwaliteitsbeleid veronderstelt continue feedback- en leermogelijkheden en een geïntegreerd zorgsysteem. (…) De overheid zou wel enkele gevalideerde systemen naar voren kunnen schuiven of er zelf enkele valideren.”
  • “De huidige publieke rapportering moet een vervolg krijgen, al mag die niet ontaarden in een heksenjacht op individueel niveau. Je kan ziekenhuizen en eventueel ziekenhuisdiensten beoordelen, maar geen zorgmedewerkers. Soms hoor je ziekenhuismanagers daarvoor pleiten, maar het zou niet werken.”
  • “Wat zorgkwaliteit precies betekent, moet opgenomen worden in de curricula van alle zorgberoepen. Lang niet iedereen begrijpt bijvoorbeeld wat er onder de noemer van patiëntveiligheidsincidenten (PVI) valt.”
  • “Over verkeerd toegediende medicatie bestaat weinig twijfel, zoiets is een PVI. Patiënten onvolledig informeren over mogelijke gevolgen van een ingreep is dat echter ook. Daar loopt het weleens fout, zonder dat men dit als een fout (h)erkent. Een transparante opvolging van PVI’s is belangrijk. Een van de 12 aanbevelingen is dat ziekenhuizen PVI’s in de toekomst verplicht intern rapporteren. Nu gebeurt dat vrijwillig. Voorts verdienen ook klachten van patiënten een actieplan binnen het ziekenhuis.”
  • “Ik ontwikkelde samen met wetenschappelijke experten en stakeholders 12 breed gedragen actiepunten waarmee beleidsmakers direct aan de slag kunnen. Ik voel dat men aarzelt om actie te ondernemen. Het lijkt alsof men bang is om zorgverleners te bruuskeren.”
  • "Onze onderzoekpromotor leerde ons hoe kwaliteit altijd neerkomt op de volgende vraag: ‘Behandel je elke patiënt op dezelfde, zorgzame manier zoals je een dierbaar familielid zou behandelen?’ Het antwoord op die vraag hangt ook af van een proactieve overheid die een paar algemene lijnen durft uit te tekenen, zonder uitsluitend of te snel met het vingertje te wijzen."

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • marc brosens

    29 februari 2024

    Misschien is er geen kwaliteitsverschil tussen kleinere en grotere ziekenhuizen, maar het bestaat wel degelijk tussen kleinere en grotere diensten cfr. slokdarmchirurgie. De vraag is enkel waar de grens ligt.
    Samenwerking tussen artsen van eenzelfde discipline over de ziekenhuizen van een toekomstig netwerk zijn vanaf nu nodig. De ziekenhuisdirecties moeten dit ondersteunen. Nu graven zij zich nu nog steeds in op hun financieel eiland en stellen zij doorverwijzen van patiënten in het kader van reeds bestaande artsenassociaties tussen verschillende ziekenhuizen van een toekomstig netwerk in vraag.
    Ik heb er alle vertrouwen in dat indien het toe te juichen werk van Mvr. Van Wilders en collega Brouwers uitgebreid zou worden naar netwerken, dit de onvermijdelijke artsenassociaties zullen bespoedigen. Het zou zeker tot een betere kwaliteit van zorg leiden en dus ten voordele komen van onze patiënten.