De Hasseltse correctionele rechtbank heeft het Jessaziekenhuis vrijgesproken voor het onopzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen met de dood tot dood van een vrouw. Midden april 2014 belandde de toen 44-jarige vrouw met een galblaasontsteking in het ziekenhuis van campus Salvator. Na medische complicaties geraakte ze in een coma. Ze stierf op 24 augustus 2017 in de campus Sint-Ursula revalidatiecentrum.
Het Jessaziekenhuis had via advocaat Rudi Vermeiren de vrijspraak gepleit, terwijl het parket een geldboete had gevorderd. De rechtbank oordeelde vrijdag dat het ziekenhuis als rechtspersoon niets verweten kon worden.
De ex-man van de overleden vrouw en haar zus stelden zich burgerlijke partij via hun advocaat Tom Dael. Na haar dood hadden de nabestaanden een klacht met burgerlijke partijstelling ingediend bij de onderzoeksrechter, waarna het parket van Limburg ook een vervolging instelde.
De aanklager sprak van een collectieve fout, van een gebrek aan adequate medische organisatie, van een passieve houding bij het diagnosticeren en bij het opvolgen, maar de drie rechters zagen het anders. De vrouw had in 2012 een gastric bypass ondergaan. Op 14 april 2014 werd ze met een acute galblaasontsteking via de spoed opgenomen, waarna een ingreep moest gebeuren om de galblaas weg te nemen. Daarna ontwikkelde zich een abces of infectie aan de verbinding met de restmaag met een buikvliesontsteking tot gevolg.
Om ervoor te zorgen dat ze voedingstoffen binnen zou krijgen, werd een veneuze katheter ingebracht voor het toedienen van het voedingsvocht. Een van de drie uiteinden van die katheter doorboorde echter een slagader aan het sleutelbeen. Voedingsvocht stapelde zich op in de rechterborstholte, waarna een drainage geplaatst moest worden om het vocht weg te krijgen.
Er werd vervolgens een nieuwe katheter geplaatst, maar eerst moest die andere weggehaald worden. Bij het uittrekken van die uiteinden ontstond een ernstige bloeding via de sleutelbeenslagader. De rechterborstholte liep vol bloed en plette het hart samen, waarna weer een drainage moest geplaatst worden om het bloed te laten wegvloeien.
Volgens de burgerlijke partijen en het parket talmden ze op 15 april 2014 in campus Salvator van het Jessaziekenhuis te lang om haar naar campus Virga Jessa in Hasselt over te brengen. Het gaat volgens de rechtbank om een occasioneel falen in een complexe medische aangelegenheid waarbij verschillende opeenvolgende handelingen met verschillende opeenvolgende complicaties gepaard zijn gegaan. "Het ongelukkig talmen op 15 april 2014 en de al te laattijdige transfer hebben geleid tot de noodlottige afloop of toch minstens geleid tot een verminderde kans om deze afloop te vermijden," aldus het vonnis van de rechtbank.
"De eventuele fouten van artsen of het gebrek aan voorzorg in hoofde van de artsen zijn niet voldoende om het ziekenhuis als rechtspersoon strafrechterlijk aansprakelijk te stellen. Van het Jessaziekenhuis kan niet worden verwacht dat zij medische beslissingen van betrokken artsen controleert doch integendeel mocht ze als ziekenhuis er op vertrouwen dat deze artsen zorgvuldig handelen inzonderheid tijdig diagnosticeren en behandelen. Op geen enkele wijze is aangetoond dat als gevolg van een gebrekkige organisatie van het ziekenhuis er kostbare tijd is verloren gegaan en te laat werd ingegrepen of onvoldoende medische permanentie was voorzien," aldus de rechtbank.
De burgerlijke vorderingen zijn door de vrijspraak afgewezen.