Vandaag is in Het Staatsblad de ingewikkelde regeling te lezen voor langdurig zieken die eventueel via een reïntegratietraject "terug naar werk" de stap naar het arbeidscircuit (begeleid) zetten. Dat moet onder meer gebeuren via de adviserend artsen en de artsen van de Dienst Uitkeringen.
Zij maken deel uit van een zogenaamde 'Hoge Commissie' die oordeelt over de arbeids(on)geschiktheid van de zieke in kwestie en een eventueel "terug-naar-werk-traject". Na heel wat voorafgaand overleg bevindt de arts van de Dienst voor uitkeringen, lid van de Geneeskundige raad voor invaliditeit, zich misschien nog steeds in de onmogelijkheid om te beslissen over de al dan niet erkenning van de staat van arbeidsongeschiktheid van de gerechtigde. Dan vraagt hij een medisch onderzoek van deze gerechtigde, en wel door een andere arts van de Dienst voor uitkeringen, lid van de Geneeskundige raad voor invaliditeit.
Dat moet leiden tot een omstandig verslag voor de arts van de Dienst voor uitkeringen, lid van de Geneeskundige raad voor invaliditeit, die het medisch onderzoek heeft gevraagd. Het medisch onderzoek van de gerechtigden die niet gedomicilieerd zijn in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kan in een van de provinciale zetels van het Riziv worden verricht, afhankelijk van de woonplaats van die gerechtigden of van de mogelijkheid voor laatstgenoemden om zich te verplaatsen. Als de gezondheidstoestand van de gerechtigde het vereist, kan het medisch onderzoek ook bij hem thuis worden uitgevoerd.
Een mogelijke erkenning van de invaliditeit kan leiden tot de classering van de gerechtigde in vier categorieën. Een van die categorieën is een lopend re-integratietraject.
Tien weken na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid stuurt de adviserend arts een vragenlijst op naar de gerechtigde op grond waarvan wordt nagegaan welke persoons- en omgevingsgerelateerde factoren een werkhervatting bij de werkgever of het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt kunnen bevorderen of verhinderen. De gerechtigde dient deze vragenlijst binnen een termijn van twee weken behoorlijk ingevuld naar de adviserend arts terug te sturen. Heeft de adviserend arts de vragenlijst echter niet binnen een termijn van twee weken ontvangen, dan vraagt hij aan de "Terug Naar Werk-coördinator" dat contact wordt opgenomen met de gerechtigde en zal hem de nodige ondersteuning bij het invullen worden geboden.
Op grond van de verrichte inschatting van zijn restcapaciteiten plaatst de adviserend arts of de medewerker van het multidisciplinaire team de gerechtigde dan weer in één van de volgende vier categorieën:
- categorie 1: er kan redelijkerwijze worden aangenomen dat de gerechtigde uiterlijk tegen het einde van de zesde maand van de arbeidsongeschiktheid spontaan, naargelang het geval, het overeengekomen werk zal hervatten of een beroep op de reguliere arbeidsmarkt zal opnemen;
- categorie 2: een werkhervatting bij de werkgever of het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt lijkt om medische redenen niet tot de mogelijkheden te behoren;
- categorie 3: een werkhervatting bij de werkgever of het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt is voorlopig niet aan de orde omdat de prioriteit dient uit te gaan naar de medische diagnose of de medische behandeling;
- categorie 4: een werkhervatting bij de werkgever of het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt lijkt mogelijk na één of meerdere aanpassings- en/of begeleidingsacties
Volgt dan het traject waarbij de gerechtigde zich geregeld ter controle en overleg moet aanbieden. Wie zich zonder geldige rechtvaardiging niet op het fysieke contact aanbiedt, ontvangt een aangetekende zending waarin binnen een termijn van een maand een nieuwe datum voor dit fysieke contact wordt vastgesteld. Bovendien verwittigt deze aangetekende zending de gerechtigde dat bij een nieuwe afwezigheid op dit fysieke contact zonder geldige rechtvaardiging, het dagbedrag van de uitkeringen met 2,5 procent zal worden verminderd vanaf de datum van deze nieuwe afwezigheid.
Als de gerechtigde daadwerkelijk een tweede keer zonder geldige rechtvaardiging afwezig is op het fysieke contact, wordt het dagbedrag van de uitkeringen verminderd met 2,5 procent.
Als de gerechtigde echter een derde keer zonder geldige rechtvaardiging afwezig is op het fysieke contact, wordt het dagbedrag van de uitkeringen opnieuw met 2,5 procent verminderd vanaf de datum van deze nieuwe afwezigheid tot en met de dag voordat het fysieke contact daadwerkelijk plaatsvindt.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024 voor wie de periode van arbeidsongeschiktheid ten vroegste op 1 januari 2024 start. Het wordt van kracht op 1 juli 2024 voor wie de periode van arbeidsongeschiktheid al eerder startte.