Europa en Centraal-Azië hebben hiv nog lang niet uitgeroeid, zegt ECDC

De Verenigde Naties willen hiv, het virus dat aids veroorzaakt, tegen 2030 uitgeroeid zien en hebben daarom ambitieuze doelen gesteld tegen 2025. Europa en Centraal-Azië dreigen die doelstellingen echter niet te behalen, blijkt vrijdag uit een rapport van het Europese Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) dat gebaseerd is op gegevens van het jaar 2022 voor 54 van de 55 landen in Europa en Centraal-Azië. Bovendien blijft onder de mensen met hiv de angst voor het stigma groot.

In die regio van 55 landen weet slechts 83 procent van de mensen met hiv dat hij of zij besmet is. Van die groep mensen is slechts 85 procent in behandeling. En van dat deel patiënten is het virus bij 93 procent onder controle, klinkt het verder. Het doel van UNAIDS, het aidsprogramma van de Verenigde Naties, is om tegen 2025 in die drie categorieën een waarde van 95 procent te bereiken. Zeven landen hebben dat percentage al behaald in de eerste categorie: in IJsland, Kosovo, Monaco, Oostenrijk, Portugal, Servië en het Verenigd Koninkrijk weet 95 procent van de mensen met hiv dat hij of zij besmet is. 

Als een van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) streven de Verenigde Naties naar "een gezond leven voor alle mensen" tegen 2030. Als subdoel willen de Verenigde Naties hiv en aids de wereld uit helpen tegen 2030. Het rapport van ECDC geeft echter aan dat het bereiken van dat subdoel niet realistisch is.

Daarnaast betreurt ECDC dat veel mensen die met hiv leven, in het dagelijkse leven geconfronteerd worden met discriminatie en geweld. In bepaalde staten in Oost-Europa en Centraal-Azië is het overdragen van het virus of het verbergen van de hiv-besmetting bovendien nog steeds strafbaar. ECDC heeft 3.272 mensen met hiv uit die landen gevraagd naar hun maatschappelijke situatie. De angst voor stigmatisering blijkt heel groot. 30 procent verzwijgt de hiv-besmetting voor familie, 22 procent doet dat voor seksuele partners. Bijna een kwart van de respondenten is ooit door vrienden aan de kant geschoven. 17 procent van de respondenten geeft aan bedreigd, beledigd of zelfs fysiek verwond te zijn door een seksuele partner. Meer dan een kwart van de respondenten gaf aan zich het voorbije j aar zorgen gemaakt te hebben anders te zullen worden behandeld door zorgverleners. 

ECDC stelt ook de omgang met de Pre-Expositie Profylaxe (PrEP) aan de kaak. Het innemen van die pil moet mensen die een hoger risico lopen om met hiv besmet te raken, beschermen. Maar PrEP is slechts in 38 van de 55 staten beschikbaar, klinkt het, en slechts in 15 staten worden de kosten vergoed.

Volgens het meest recente rapport van gezondheidsinstituut Sciensano leefden er in 2021 in België naar schatting 19.177 mensen met hiv. 17.622 hiv-patiënten werden dat jaar medisch opgevolgd. Van dat totale aantal mensen die met hiv leefden, wist 94 procent van de diagnose. Van die groep mensen kreeg 89 procent antiretrovirale behandelingen. En van dat deel patiënten had 97 procent een onderdrukte virale lading. Dat betekent dat 81 procent van alle mensen die in 2021 in ons land met hiv leefden, een onderdrukte virale lading had, klinkt het in het rapport. ECDC schat dat er in 2022 in België 18.620 mensen met hiv leefden.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.