Om beter tegemoet te komen aan de mentale noden van aanstaande en jonge moeders, investeert Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits in het daarin gespecialiseerde zorgaanbod. "Niet alle aanstaande en jonge mama's zitten tijdens hun perinatale periode op een roze wolk. Soms zijn de wolken eerder donkerroze of zelfs zwart", zegt de minister.
Tijdens de zwangerschap en tijdens het eerste levensjaar van het kind hebben twee op de tien vrouwen psychische problemen. Ook de baby zelf is daarbij heel kwetsbaar. Om een negatieve spiraal te voorkomen, is gepaste en tijdige behandeling en ondersteuning van het gezin noodzakelijk, zegt Crevits.
Ze investeert daarom 2 miljoen euro om die mentale gezondheidszorg te versterken. Ruim 1,1 miljoen euro gaat naar bijkomende capaciteit voor de Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), om behandeling aan te bieden voor jonge kinderen en (aanstaande) ouders.
Tegelijk versterkt ze de intensieve thuisbehandeling bij gezinnen thuis door gespecialiseerde medewerkers van ziekenhuizen. Concreet komen er vier extra medewerkers op de moeder-babyeenheid van het psychiatrisch ziekenhuis Bethanië in Zoersel (Antwerpen) en het psychiatrisch ziekenhuis Karus in Sint-Denijs-Westrem (Oost-Vlaanderen).
In het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven (UPC KU Leuven) komt er een nieuwe dagbehandelingsmodule. Daarbij krijgt de moeder behandeling, wordt ze begeleid bij de verzorging van haar baby en wordt het gezin begeleid. Er wordt ook een zorgnetwerk opgezet dat het gezin na de behandeling kan ondersteunen. Via zo'n dagbehandeling moeten gezinnen sneller terug in hun eigen thuisomgeving kunnen functioneren.
"In de periode van kinderwens tot 2 jaar na de bevalling gebeurt er zowel fysiek als mentaal heel veel in het leven van een vrouw", duidt Crevits. "Het tijdig ontdekken van mogelijke mentale problemen en de juiste zorg en ondersteuning geven, heeft een rechtstreeks effect op de ouders en op de ontwikkeling van jonge kinderen."
