Tijdens de eerste vier covid-maanden (maart-juni) hebben ASO's uiteraard recht op hun basisvergoeding. Daarbovenop komt een ‘billijke’ wachtvergoeding voor permanenties.
De covid-werkgroep die zich hiermee bezighoudt, gaat uit van de volgende principes.
Per ziekenhuis wordt een totaalbedrag per maand uitgetrokken dat in een pot gaat van alle ASO’s. Dat bedrag gaat uit van een totale brutovergoeding per maand van 5.000 euro voor een voltijdse activiteit. Iedereen weet dat de ziekenhuisactiviteiten in die covid-maanden sterk terugvielen, dus dient dat lagere bedrag te worden gecompenseerd.
Als bijvoorbeeld de medische activiteiten 40% terugvielen in vergelijking met 2019 over dezelfde periode, dan wordt 40% gecompenseerd (2.000 euro of 40% x 5.000 euro).
Daarbovenop komt een maandbedrag van 500 euro per ASO ter dekking van wacht- en weekenddiensten.
Deze twee bedragen samen leiden tot een ziekenhuisbudget dat alle ASO’s moeten kunnen vergoeden, ongeacht of ze presteren in medische disciplines die weinig activiteit/honoraria konden genereren. Het betekent dus zeker niet dat elke ASO nu automatisch recht heeft op 500 euro extra tijdens deze maanden.
Ziekenhuizen met zelfstandige hulpverleners krijgen 2.500 euro per ASO per covid-maand (inclusief 500 euro wacht- en permanentievergoeding). Ziekenhuizen met gesalarieerde zorgverleners krijgen enkel 500 euro voor wacht- en permanentievergoeding per ASO en covid-maand omdat zij al kunnen putten uit een potje reguliere loonkost ASO.
Alleszins dienen alle ASO’s te worden betaald op een normale manier, ook voor hun wachtdiensten of weekendpermanenties.
Naar schatting zouden ze een totaalpotje nodig hebben voor het eerste semester dat neerkomt op ruim 43 miljoen en voor het tweede semester op ruim 64,5 miljoen.
> Lees ook: permanentie spoed, intensieve, niet-intensieve: waar gaat voorschot miljard naartoe?
> Lees ook: hoe basissalarissen en afdrachten garanderen?