Al enige tijd probeert men op diverse fronten de term 'obstetrisch geweld' op de agenda te plaatsen. De gynaecologen zijn verontwaardigd over de manier waarop dat gebeurt, maar daarnaast ook over de term zelf: "Zijn gynaecologen de jihadisten onder de artsen?”, vroegen ze zich onder meer af in hun repliek. De meeste gynaecologen hebben de zuivere intentie om hun patiënten bij te staan en te helpen, de allerbeste zorgkwaliteit te leveren. Als geweldenaar of dader bestempeld worden, choqueert dan ook."
Vooral een resolutievoorstel van de Senaat kan volgens de Vlaamse Verengiging van Obstetrici en Gynaecologen (VVOG) niet door de beugel. Het is de vrouwenartsen bij de behandeling van hun patiënten immers in de eerste plaats te doen om de eerbiediging van het principe 'primum non nocere'.
"Het primair doel van de opvolging van een zwangere patiënte is het behouden van de preconceptionele gezondheidstoestand van de moeder en het optimaal ter wereld brengen van een pasgeborene", luidt het. Natuurlijk is de geneeskunde constant in evolutie: "De geneeskunde kende een evolutie van een paternalistische ingesteldheid, vaak gebaseerd op ervaring, naar wat met men op heden “shared decision making” noemt, gebaseerd op informatie verkregen uit de huidige evidentie (“evidence based medicine”). In de verloskunde kun je die evolutie illustreren als een evolutie van “mevrouw, kleed u maar uit, ik ga u onderzoeken”, gevolgd door een vaginaal onderzoek (en dit bij elke raadpleging), naar “mevrouw, om die en die reden zou ik u graag vaginaal onderzoeken; dit onderzoek is belangrijk om die en die reden; kunt u zich daarin vinden?”
Hoe kunnen we de lichamelijke zelfbeschikking van het zwangere koppel het best beschermen binnen een wetenschappelijk onderbouwd medisch handelen?” Daarover wil de VVOG zeker verder meedenken, maar dat is nog heel wat anders dan de teneur van de huidige discussie.