Zeven op de tien Belgen weten niet dat abortus een misdrijf is volgens het strafrecht. Dat blijkt dinsdag uit een onderzoek van het Centre d'action laïque (Centrum voor seculiere actie), een koepel van vrijzinnige verenigingen in Franstalig België. Drie kwart van de Belgen is voorstander van een volledige depenalisering.
Het met opzet onderbreken van een zwangerschap is nog maar sinds 1990 gedeeltelijk gedepenaliseerd, waarbij de in de wet voorziene sancties niet toegepast worden als een reeks voorwaarden nageleefd is. Drie kwart van de ondervraagden zegt voorstander te zijn van een volledige depenalisering van abortus, aldus het Centre d'action laïque.
Abortus wordt niet bestraft als die plaatsvindt op minder dan 12 weken na de bevruchting, er een verplichte wachttijd van zes dagen tussen een eerste consultatie en de abortus nageleefd is, de vrouw goed geïnformeerd werd over de adoptiemogelijkheden en over de medische risico's van de abortus, en dat een arts getuige is van de noodsituatie van de vrouw. Indien een van die voorwaarden niet is nageleefd, dan wordt abortus strafbaar.
Het Centre d'action laïque lanceerde in 2016 een campagne voor de volledige depenalisering van abortus. In het kader daarvan werd een peiling besteld om de mening van de Belg te kennen over de kwestie. Daaruit blijkt nu onder meer dat de meeste Belgen gewoon niet weten dat abortus een strafbaar feit is. Drie kwart van de respondenten spreekt zich vervolgens uit voor een depenalisering ervan.
Meer dan drie kwart van de Belgen is van mening dat de finale beslissing om over te gaan tot een abortus bij de zwangere vrouw moet liggen, wat ook de mening van haar entourage moge zijn. Bijna zes op de tien bevraagden zijn van mening dat een veilige en wettelijke toegang tot abortus niet geweigerd mag worden aan vrouwen. In het zuiden van het land (67pct) ligt dat percentage hoger dan in het noorden (53,2pct).
De peiling werd eind vorig jaar uitgevoerd bij zowat duizend personen. De foutenmarge ligt tussen 0,6 en 3,1%. De ondervraagden waren voornamelijk katholieken (60,5pct), gevolgd door niet-gelovigen (20,1pct) en andere religies (9,1pct).