Was schorsing en afzetting racistische arts rechtmatig?

Het tijdschrift voor Gezondheidsrecht (1) besteedt in zijn jongste editie uitgebreid aandacht aan de wapens die een ziekenhuis – en de hoofdarts - ter beschikking heeft tegen een disfunctionerende zelfstandige ziekenhuisarts. Als voorbeeld wordt het geval aangehaald van een arts die zich racistisch gedroeg in AZ Klina.

Inmiddels is de arts definitief in het ongeljk gesteld. Het geval wordt aangehaald als concreet voorbeeld.

Wat was de aanleiding van het geschil? Een schorsing van een ziekenhuisarts na twee schriftelijke meldingen van uitspraken met een racistische  ondertoon. Zo zou de arts tegen een patiënte gezegd hebben: “Ga terug naar Polen!” De arts verdedigde zich onder meer met de stelling dat het hier woord tegen woord was en die uitspraak niet te bewijzen was. Maar toch leidden deze incidenten tot een schorsing vanwege de ziekenhuisbestuurder.

Toen zich een halfjaar nadien een nieuw geval voordeed, besloot het ziekenhuis de arts af te zetten om dringende redenen. Van dat incident bestonden getuigen. Het deed zich voor met een patiënt van Congolese afkomst, blijkbaar gepaard gaand enkele schermutselingen.

Terroristische bedreiging

Maar vooral wat zich nadien afspeelde, was de druppel die de emmer deed overlopen. De arts zou zich immers naar de directie begeven hebben, verklaarde daar dat hij een bommengordel zou aandoen, de hele boel zou opblazen en de directie omver zou schieten, en dat hij in het bezit was van twee wapens. Een medewerkster classificeerde die uitlatingen als ‘angstaanjagend’.

Wat het Hof onder meer doet besluiten dat de afzetting noch onrechtmatig, noch onregelmatig te noemen was.

Na beroep van de arts, die onder meer schermt met het argument dat men hem als zelfstandige geen tuchtsanctie kan opleggen, wordt het vonnis midden mei dit jaar gehandhaafd, met uitzondering van de rechtsplegingsvergoeding.

Kwaliteitsmaatregelen

Meester Evelien Delbeke vertrekt bij haar analyse van de mogelijkheden om tuchtsancties op te leggen van een recente uitspraak van Cassatie (10 oktober 2016). Cassatie zei namelijk dat als een van de partijen in een arbeidsrelatie over het recht op tuchtsancties beschikt, de mogelijkheid van een zelfstandige samenwerking wegvalt. Dus daar lijken ziekenhuizen en hoofdartsen zonder ‘wapens’ te staan. Anderzijds zijn tuchtsancties wél mogelijk als het sanctierecht eigen is aan de uitoefening van het beroep en in de feiten is dat in de relatie ziekenhuis-ziekenhuisarts het geval.

Toch heeft meester Delbeke zowel kritiek op de uitspraak van Cassatie als op die van de feitenrechters. De Ziekenhuiswet zegt immers dat de ziekenhuisbestuurder advies moet vragen aan de medische raad voor een andere sanctie dan de afzetting. De sanctieregeling is dus niet onbetwist tegenover zelfstandige artsen.

Ànderzijds moet het ziekenhuis het disfunctioneren van een arts niet met lede ogen aanzien. Het kan dan tot de actie overgaan, eerder met kwaliteitsmaatregelen in plaats van tuchtsancties. Denk ook aan de medische audit die in die richting zit. Maatregelen om de patiëntveiligheid en de zorgkwaliteit te garanderen, of contractuele bedingen kunnen hier dus meespelen. Die (kwaliteits)maatregelen moeten wel adequaat, subsidiair en proportioneel zijn.

T.Gez. 2019-2020, 134-146.

> Lees ook: Racistische arts AZ Klina in verweer tegen ontslag

 

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.