Nederland staat nog meer dan bij ons bekend om zijn vuurwerkrage met eindejaar. Het aantal vuurwerkslachtoffers leek er te dalen, maar bij nader toezien vond de afgelopen jaren een verschuiving plaats van de spoed naar wachtposten en zit het fenomeen nog steeds niet in dalende lijn.

Dat meldt het vakblad Medisch Contact. 

Met een omzet van rond de 70 miljoen euro per jaar is Nederland, na China en de VS, de derde consument van Chinees vuurwerk ter wereld. Jaarlijks levert dat – naast spektakel – gewonde feestvierders op en soms één of enkele doden. Om gerichte maatregelen voor een veiliger vuurwerkbeleid te kunnen nemen is een betrouwbaar overzicht van de daadwerkelijke letselschade door vuurwerk noodzakelijk.

VeiligheidNL registreert al ruim twintig jaar vuurwerkslachtoffers die rond de jaarwisseling een spoedeisendehulpafdeling in Nederland bezoeken. In de periode 2004-2008 verdubbelde het aantal slachtoffers dat op 31 december of 1 januari een SEH-afdeling (spoedeisende hulp, red.) bezocht vanwege letsel door vuurwerk, tot boven de duizend slachtoffers tijdens de jaarwisseling 2007-2008.

Sinds dan daalde het aantal spoedbezoeken wegens vuurwerkletslels wel en het afgelopen jaar leek het op een dieptepunt te zijn beland, maar dat was zonder het aantal slachtoffers die verzorgd werden op huisartsenwachtposten mee te rekenen. Naar schatting werden aldaar tijdens oud en nieuw 2017-2018 en 2018-2019 respectievelijk 700 en 800 vuurwerkslachtoffers behandeld, meldt Medisch Contact. Het totaal aantal vuurwerkletsels tijdens de jaarwisseling is de laatste jaren dus níet afgenomen, wel minstens gedeeltelijk verschoven.

De helft van de vuurwerkslachtoffers is jonger dan 20 jaar, meestal mannelijk.
De meest voorkomende letsels door vuurwerk zijn brandwonden (gemiddeld 34% van de letsels) en oogletsels (gemiddeld een kwart. Dat is de laatste vijftien jaar niet structureel veranderd. Brandwonden komen het meeste voor aan de hand of vingers (gemiddeld 42% van de brandwonden) en aan het hoofd of gezicht (gemiddeld 32%). Patiënten met ernstige brandwonden of ernstig oogletsel worden veelal doorverwezen naar traumachirurgen.