Voor Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) volgen er in België bijna 140.000 mensen een behandeling. Dat kan thuis met meer comfort en het leunt veel dichter aan bij de normale slaapomstandigheden. Bovendien zou het een aanzienlijke besparing betekenen. Met de moderne middelen kan de huisarts doorgaans meer OSAS opvolgen dan de specialist, vindt het KCE, dat een reorganisatie voorstelt.
Meestal zijn het mannen die met OSAS kampen (75% van de gevallen), maar het aantal vrouwen neemt toe. Door deze nachtelijke apneus neemt het bloed minder zuurstof op en ontwaakt de slaper meermaals heel kortstondig, wat zorgt voor een slechtere slaapkwaliteit.
Op de lange termijn kan dit negatieve gevolgen voor de gezondheid hebben, waaronder overmatige slaperigheid overdag. Hierdoor vermindert de levenskwaliteit en verhoogt het risico op verkeersongevallen en cardiovasculaire problemen (hoge bloeddruk, hartinfarct, beroerte) en diabetes.
Behandelen door lucht in te blazen
Bij mensen met overgewicht kan afvallen het aantal nachtelijke apneus doen afnemen, en dit kan volstaan bij milde vormen van OSAS. Lichaamsbeweging is ook nuttig, zelfs los van het gewichtsverlies. Maar in de meeste gevallen moet OSAS behandeld worden een zogenaamde 'CPAP', een toestel dat tijdens de slaap lucht in de luchtwegen blaast, om ze open te houden (CPAP staat voor 'Continuous Positive Air Pressure').
Een andere mogelijke behandeling is het dragen van een 'mandibulair repositie apparaat', dat voor het slapengaan in de mond wordt ingebracht, en dat de kin naar voor brengt, waardoor de bovenste luchtwegen worden opengehouden. Deze behandeling wordt vandaag in ons land nog niet zo vaak gebruikt en wordt nog maar recent terugbetaald. Toch maakt ze steeds meer opgang.
Diagnose thuis of in het ziekenhuis?
Om één van deze behandelingen te kunnen krijgen, moet de diagnose van OSAS eerst worden bevestigd door een slaaptest (polysomnografie) 's nachts in een slaaplaboratorium in een ziekenhuis. De afgelopen jaren kwamen er ook echter meer eenvoudige, draagbare apparaten op de markt. Daarmee kan de diagnose bij patiënten thuis worden gesteld, wat voor hen veel comfortabeler is (slapen in eigen bed!). Bovendien wordt de diagnose gesteld in de gebruikelijke slaapomgeving en wordt door deze patiëntgerichte aanpak een (duur) nachtverblijf in het ziekenhuis uitgespaard.
Probleem is dat de huidige wetgeving enkel de terugbetaling van een OSAS-behandeling voorziet, als de test in het ziekenhuis wordt afgenomen. Daarnaast kan een behandeling vandaag enkel verfijnd worden op basis van een nieuwe polysomnografie in het ziekenhuis.
Dit zorgmodel wordt vandaag zwaar en duur bevonden, vooral omdat de vraag snel toeneemt. Andere landen organiseren zich daarom anders, bv. door de diagnose te vereenvoudigen en die grotendeels thuis te laten verlopen.
Het KCE bestudeerde de organisatie van deze zorg in vijf landen: Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk en Nederland. Het stelt nu een aantal mogelijkheden voor om de aanpak van OSAS in België te hervormen. Het komt erop neer dat thuisdiagnose best zoveel mogelijk wordt aangemoedigd, tenzij bij vermoeden van een ‘complexe’ OSAS,
De financiering van diagnose en behandeling moet ook aan deze nieuwe aanpak worden aangepast
Langdurige follow-up door de huisarts
Vandaag kunnen enkel artsen-specialisten in een slaaplaboratorium OSAS diagnosticeren en langdurig behandelen. Het KCE beveelt aan om de huisartsen hier een grotere rol te laten spelen. Zij zouden bij een vermoeden van een OSAS een slaaptest moeten kunnen voorschrijven. Het stellen van de diagnose op basis van het slaaptracé blijft wel best door een arts-specialist gebeuren. Huisartsen zouden echter ook mee de behandeling moeten kunnen opvolgen, met o.a. de jaarlijkse verlenging van de CPAP, als alles goed verloopt.
Telebewaking
In de bestudeerde Europese landen gebruikt men voor het opvolgen van de CPAP-behandelingen vaak telebewaking: de slaapgegevens van de patiënt (aantal apneus, aantal gebruiksuren, technische problemen, enz.) worden geëncrypteerd en overgemaakt aan een arts. Zo kunnen eventuele problemen snel worden opgespoord en verholpen (bv. apneus ondanks behandeling, masker laat lucht door, enz.) en kan men regelmatig nagaan of de patiënt zijn apparaat wel degelijk gebruikt (tenminste 4 uur/nacht).
Bewaking op afstand wordt in ons land echter zelden gedaan. Het KCE beveelt dan ook aan om er meer gebruik van te maken. Hiervoor moet ook een vergoeding worden voorzien.
Een kader voor privé bedrijven
Een aantal slaaplaboratoria besteden momenteel een deel van hun taken (instellen en onderhouden van het CPAP-apparaat, registreren van gegevens) uit aan privé dienstenbedrijven. Het KCE beveelt aan om voor deze bedrijven een nauwgezet wettelijk kader en accreditatiecriteria vast te leggen. De bedrijven die daaraan voldoen, zullen dan op basis van een medisch voorschrift kunnen werken. Ze zullen ook door de mutualiteiten worden terugbetaald, in plaats van door het ziekenhuis, zoals nu het geval is.