Er is aan mij voor het eresymposium van Marc Moens gevraagd om het onderwerp ‘Marc Moens in het syndicale landschap’ te belichten. Wat is eigenlijk een syndicalist? Een beroepsverdediger? Hoe word je zoiets, wat is daarvoor nodig? Is dat een hobby als een andere zoals mensen ook 40 jaar passionele duivenmelker zijn of sigarenbandjes verzamelen?
Ik denk toch dat dit van een andere orde is.
Aan zoiets begin je uit passie voor je beroep. Je denkt: “Kan ik dat beroep (blijven) uitoefenen zoals ik dat wil? Als je dan vaststelt dat dat niet (meer) zo is, breekt het moment aan waarop het begint te kriebelen. Die passie en visie om je beroep te kunnen blijven uitoefenen, dat is de essentie. Anders houd je het niet vol.
Een gezonde mate aan bemoeizucht hoort er natuurlijk ook wel bij.
Maar hoe gaat dat dan concreet in zijn werk? De familie zal wellicht meteen reageren door te verwijzen naar de talrijke vergaderingen. Ik heb af en toe de indruk dat er een groeifactor – al dan niet biosimilair – is geïnjecteerd in het overlegmodel. Er is een wildgroei aan commissies, organen, werkgroepen, taskforces, reflectiekamers… Het betekent ook veel weg zijn als je omnipresent wil zijn en een vinger aan de pols houden. Dat is niet simpel, het wordt ons niet gemakkelijk gemaakt. In de eerste plaats omdat heel wat collega’s niet doordrongen zijn van het feit hoe belangrijk beroepsverdediging wel is.
Ik heb de indruk dat vele mensen denken dat de verworvenheden die er al zijn – laat ons die pluimen op het syndicalisme steken vandaag – ze voor alledaags accepteren: accreditering, het gmd, de inhaalbeweging bij de inkomsten van de huisartsen, het sociaal statuut, een goede wachtregeling… Maar die zijn er niet vanzelf gekomen.
Van verdediging naar participatie
In het begin, 40 jaar geleden, ging het vooral om verdediging. Dat is geëvolueerd naar overleg, participeren in het gezondheidsbeleid. Toch moet je altijd in het achterhoofd houden dat het mandaat dat je hebt, dat je dat gekregen hebt van je collega’s. Af en toe botst dat. Je moet je langetermijnsvisie goed voor ogen houden en die kunnen verkopen aan je collega’s.
Dan komt de volgende eigenschap in je blikveld. Van iedere beslissing waarvan je denkt dat ze de goeie was, krijg je een aantal mails terug met de opmerking: “Besef je wel wat je gedaan hebt?”
De schade die wordt aangericht door de besparingen en de besparingsmodus... als je dan al denkt dat je marges hebt gecreëerd voor een aantal initiatieven, krijg je te horen dat ze helemaal niet nodig zijn of dat die helemaal niet bestaan of nodig zijn voor iets anders. Nieuwe projecten worden zo bijzonder moeilijk en heel wat collega’s krijgen dan de indruk dat er niets gebeurt. Dan krijg je het verwijt dat je niet representatief bent, ‘want je doet niets voor ons’. En als er dan iets gerealiseerd wordt, kost het zeeën van tijd vooraleer het bewuste KB eindelijk gepubliceerd geraakt of er uitvoering aan wordt gegeven.
Engagement
Marc, je weet zelf hoeveel tijd en energie we gestoken hebben in de pogingen om de collega’s te mobiliseren voor de syndicale verkiezingen. Deze tendens, participeren in iets, wordt steeds moeilijker. Niet alleen in de medische wereld ook bij de duivenmelkers en de sigarenbandjesverzamelaars en noem maar op. Zich engageren is moeilijk, zeker in de medische wereld waar er een pak projecten bijkwamen de laatste jaren in de eigen omgeving. En als dan ook nog zaken in het honderd lopen door het falen van de telematica, wordt het helemaal desastreus.
Ik ben ervan overtuigd dat beroepsverdediging in de toekomst ook noodzakelijk blijft. Volgens het oude model? Dat is de vraag. We zien nu al dat de standpunten van artsen ondergesneeuwd dreigen te geraken in Vlaanderen door een aantal beroepsvergaderaars en klankbordgroepen, reflectiekamers… Daarvoor moeten we goed oppassen. Versnipperen van een visie over heel wat verschillende groepen als het gaat om meebesturen, is niet interessant. We moeten een gulden middenweg vinden.
En er komt nog heel wat op ons af: laagvariabele zorg, de eerste stappen voor de broodnodige hervorming van de nomenclatuur, ziekenhuisnetwerken en onze bekommernis voor medezeggenschap van artsen…
Opleiding
En wat ons grote zorgen baart: als je een passie hebt voor je beroep, heb je ook een passie voor je opleiding. We weten dat je je stem goed hebt laten horen in de Hoge Raad hierover. Helaas blijven veel van die ideeën liggen. Het baart ons zorgen dat in sommige disciplines een tekort begint te ontstaan, in andere disciplines een overaanbod.
Er is dus veel werk voor de toekomstige beroepsverdedigers. Komt nog bij dat je niet alleen moet vergaderen, maar als je thuis bent, die vergaderingen ook moet voorbereiden. Je dossierkennis komt niet vanzelf.
Daarmee denk ik dat ik het voornaamste heb gezegd.
En ik ben blij dat ik namens mijn collega’s van het Kartel (GBO, MoDes), mag zeggen: dat je dat met zoveel inzet 40 jaar volhoudt, dat verdient respect. Bravo.
> Lees ook: Rob van den Oever - Marc Moens binnen de medicomut
> Het ASGB organiseert volgende week een infoavond voor startende artsen.