Naar aanleiding van het beroep van Bvas Brussel heeft de Raad van State het decreet van 27 januari 2022 over de steun aan multidisciplinaire praktijken en jonge huisartsen, dat als discriminerend werd beschouwd, nietig verklaard.

De steunmechanismen voor jonge artsen werden geregionaliseerd in de zesde staatshervorming. Het besluit van 2022, op initiatief van de Brusselse minister van Volksgezondheid Alain Maron (Ecolo), voorziet in een subsidieregeling ter ondersteuning van “multidisciplinaire praktijken” en “jonge artsen” in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Na de invoering van de regeling stelde Bvas Brussel een vordering tot nietigverklaring in bij de Raad van State, met als argument dat het decreet discrimineerde tussen jonge huisartsen op verschillende gronden: het syndicaat voerde aan dat het decreet discrimineerde tussen jonge huisartsen op basis van verschillende criteria: “of ze al dan niet in een schaarstegebied werken”, tussen “artsen die voor een private rechtspersoon zonder winstoogmerk werken en zij die als individu werken”, en tussen “artsen van wie de patiënten openstaan voor gegevensuitwisseling via zorgnetwerken en zij van wie de patiënten dat niet doen”.

De Raad van State volgde de argumenten van de heer Éric Thiry. Zonder in te gaan op de details van vonnis nr. 260.657, dat het decreet van 27 januari 2022 vernietigde, benadrukte de Raad van State het gebrek aan objectiviteit in de definitie van “gebied met een tekort”, een vaagheid die jonge huisartsen discrimineert.

Ideologisch
“We zijn verheugd dat de Raad van State heeft beslist om het decreet van minister Maron te vernietigen”, zegt Gilbert Bejjani, voorzitter van Absym Brussel. “We betreuren ook dat we, ondanks onze herhaalde verzoeken, de Brusselse minister van Volksgezondheid destijds niet hebben kunnen ontmoeten om ons standpunt toe te lichten. We hadden het gevoel dat de minister met dit besluit een bepaalde ideologische visie op de uitoefening van de huisartsgeneeskunde verdedigde."

"Wij zijn uiteraard niet tegen de ondersteuning van jonge artsen, maar deze ondersteuning mag niet gebaseerd zijn op discriminerende criteria die verband houden met een bepaald type medische praktijk. We hadden zelfs voorgesteld dat jonge artsen die zich vestigen in een gebied met een tekort, gedurende meerdere jaren zouden kunnen profiteren van een hoger sociaal statuut, gelijk aan meerdere keren het bedrag van het sociaal statuut”.

Dr. Bejjani wees er ook op dat het dankzij de bijdragen van de syndicale leden en het opmerkelijke werk van jurist Quentin Arcari en Meester Thiry was dat dit beroep bij de Raad van State kon worden ingediend en gewonnen. “Dit is een overwinning. We vechten om discriminatie en beperking van de vrijheid van artsen te voorkomen”, aldus nog de vicevoorzitter van Bvas.