De PVDA vindt het niet kunnen dat het ziekteverlof bij federale ambtenaren wordt hervormd, maar dat parlementsleden intussen kunnen genieten van een gunstige regeling.
"Natuurlijk is een goede ziekteregeling, ook voor volksvertegenwoordigers, belangrijk. Je kiest er nu eenmaal niet voor ziek te zijn", zegt partijvoorzitter Peter Mertens. "Maar de parlementairen meten wel met twee maten en twee gewichten".
Vrijdag betogen de federale ambtenaren tegen de nieuwe regeling van hun ziektedagen. De regering-Michel besliste in juli het ziekteverlof bij de ambtenaren aan te passen. Het systeem van de 21 ziektedagen per jaar die opgespaard kunnen worden, moet tegen volgend jaar worden afgeschaft. De wijziging geldt voor de federale ambtenaren en de bijzondere korpsen, zoals politie, brandweer, militairen en personeel van hoven en rechtbanken.
De extreemlinkse PVDA laakt dat het parlement die regels gaat aanpassen, terwijl het zelf over een gunstige regeling beschikt. Een parlementair die ziek wordt, moet een medisch attest sturen naar de administratieve diensten van de Kamer, waarin staat dat hij of zij ziek is. Dat volstaat om zijn normale vergoeding te blijven ontvangen, zonder beperking in de tijd of enige controle, zegt voorzitter Mertens. Langdurige zieke parlementsleden hoeven zich dus niet druk te maken: hun 5.500 tot 6.000 euro netto wordt elke maand op hun rekening gestort, luidt het.
Mertens vindt het niet kunnen dat het parlement met twee maten en twee gewichten werkt. "In plaats van eerst hun eigen privileges aan te pakken, nemen ze nu de ziekteregeling in de publieke sector onder vuur. Voordien deden ze dat al in de privésector. Werknemers en ambtenaren kiezen er ook niet voor om ziek te zijn".