Orthopedisten meest betrokken bij advies medische ongevallen

Uit het jaarverslag van het Fonds voor Medische Ongevallen (FMO) blijkt dat de achterstand van de dossiers nog steeds aanzienlijk is. Sinds zijn effectieve start en tot eind 2015 adviseerde het FMO in 20% van de dossiers (659 gesloten dossiers) en waren er nog 2.511 dossiers in onderzoek.

Het Fonds voor de medisch ongevallen (FMO) van het RIZIV publiceerde eind vorig jaar zijn activiteitenverslag over 2015. Enkele cijfers:

Aantal aanvragen

Eind 2015 waren er bij het FMO in totaal 3.170 adviesaanvragen geregistreerd. Voor 2015 alleen ging het om 606 aanvragen. Het aantal nieuwe aanvragen per jaar is afgenomen sinds 2013, het jaar met tot nu toe de meeste aanvragen (namelijk 1113).

Aantal medische ongevallen

Sinds zijn effectieve start en tot eind 2015 heeft het FMO in 20% van de dossiers een advies gegeven  (659 gesloten dossiers) en waren er nog 2511 dossiers in onderzoek.

In die adviezen ging het om 92 medische ongevallen (zoals bepaald in de wet van 31 maart 2010):

  • 29 met aansprakelijkheid onder de ernstgraad
  • 29 met aansprakelijkheid boven de ernstgraad.
  • 18 zonder aansprakelijkheid onder de ernstgraad
  • 16 zonder aansprakelijkheid boven de ernstgraad

Net als in de voorbije jaren gebeurde het overgrote deel van die medische ongevallen (bijna 90%) in de ziekenhuizen.

De meest voorkomende plaats voor een geneeskundige verstrekking is het ziekenhuis. Meer dan acht op tien ongevallen doen zich immers daar voor, ofwel tijdens een opname ofwel bij de toediening van ambulante verzorging in het ziekenhuis.

Ver achter de ziekenhuizen vinden we in de rangschikking de privépraktijken met meer dan 8,5% van de schadegevallen sinds september 2012 (maar in 2015 loopt dat op tot 11,2%), en de poliklinieken met een gemiddelde van 6,0% sinds september 2012, dat in 2015 echter terugloopt tot 2,8%.

Binnen het ziekenhuis steekt de operatiezaal (63,4%) er met kop en schouders bovenuit.

Welke zorgverleners zijn het meest betrokken bij het eindadvies? (zie tabel).

Betrokken zorgverleners bij eindadvies

  • 1 - orthopedie 28,3%
  • 2 - algemene chirugie 10,3%
  • 3 - neurochirurgie 7,5%
  • 4 - gynaecologie-verloskunde 7,2%
  • 5 - anesthesie 5,5%
  • 6 - gastro-enterologie 3,5%
  • 7 - urgentiegeneeskunde/acute gen. 2,9%
  • 8 - huisartsgeneeskunde 2,8%
  • 9 - urologie 2,8%
  • 10 - oftalmologie 2,4%

Betaalde vergoedingen

In 2015 betaalde het FMO 12 vergoedingen voor 11 dossiers. Een totaal van bijna 1 miljoen euro of gemiddeld meer dan 90.000 euro per dossier.

Achterstand 

De nog steeds aanzienlijke achterstand in de behandeling van de dossiers wordt verklaard door:

  • de ‘naweeën’ van de beginjaren: moeilijkheden bij de start van het FMO en late publicatie van de koninklijke besluiten over het FMO, waardoor men al aanvragen kon indienen toen het FMO nog niet werkte (maar dit begint wel op een chronisch excuus te lijken);
  • nieuwe begrippen in de wetgeving die een grondige studie vereisten
  • de aanpak van de eerste adviezen: het FMO heeft bewust gekozen voor een voorzichtige, grondige analyse, om zo  geloofwaardigheid op te bouwen.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.