De massaal bijgewoonde studiedag van de Belgische Vereniging der Ziekenhuizen (BVZ) bood een mooie staalkaart van waar we staan met de netwerken in de verschillende regio's. Er vielen enkele opvallende uitspraken. Een (niet-exhaustief) overzicht.
Wat meer dan ooit opviel, was het verschil in snelheid waarmee de netwerken zich ontwikkelen. Om allerlei redenen staat Vlaanderen hier een heel stuk verder in, zij het dat ook bij ons nog niet alles is opgelost. In Wallonië zetten ideologische en organisatorische verschillen nog een sterke rem op de netwerkontwikkeling. De ingewikkelde Brusselse situatie werd dan weer uitstekend uit de doeken gedaan door Dieter Goemaere van de jonge koepelorganisatie Gibbis.
Goemaere speelde gevat in op een eerder pleidooi van dr. Manfredi Ventura die de huidige ziekenhuisorganisatie vergeleek met een lasagne. Maar door er een nieuwe taart van zware governancestructuur boven te plaatsen, riskeer je dat die lasagne ineenzakt 'en de lekkere saus helemaal wegloopt' (zie ook de rondetafel van De Specialist).
De gastronomie spreekt blijkbaar tot de verbeelding, want Peter Degadt (Zorgnet-Icuro) beklemtoonde in zijn betoog dat netwerken niet mogen uitmonden in een onontwaarbaar kluwen 'zoals een spaghetti'. Zelf had Goemaere het inzake de Brusselse situatie over de 'onbestemde spruitjeslucht'. De situatie op het terrein kan immers nog vele kanten uit, al zou het handig zijn dat Brussel drie in plaats van twee netwerken mag oprichten. Ook al omdat er in Brussel drie UZ's liggen.
Overigens is de positie van het UZ Brussel daar ook nog niet uitgeklaard. Eerdere onderhandelingen om samen te gaan met AZ Jan Portaels (Vilvoorde) en Sint-Maria Halle zijn kennelijk afgesprongen, vernamen we in de wandelgangen.
De coördinator van de Algemene Ziekenhuizen Brussel hield namens Gibbis een krachtig pleidooi voor 'liefdeshuwelijken' bij netwerkvorming. "Neem voldoende tijd om elkaar te leren kennen wat een betere garantie biedt dat het netwerk standhoudt op de lange termijn", luidde zijn standpunt.
Koudwatervrees
Verder lijstte hij een boel interessante vragen op in verband met de programmatie die de koudwatervrees stimuleren. Bijvoorbeeld: zijn meerdere referentiecentra mogelijk binnen een netwerk? De aanwezigheid van een UZ binnen een netwerk: mogelijk een bedreiging voor de uitbating van niet-academische referentiecentra. Zullen zelfs diensten die beantwoorden aan de normen, verplcht kunnen worden om te sluiten na netwerkvorming? Bovendien: wat nu goed werkt, mag je niet zomaar opzijzetten.
Vragen had ook Filip Dewallens, onder meer in verband met de governance. Maar de meest intrigerende was misschien wel: ziekenhuizen kunnen nu ook failliet gaan, en wat doe je dan met je netwerk? Een eigen kostenregeling per ziekenhuis wordt verder op termijn onhoudbaar als het netwerk de nieuwe standaard wordt, waarschuwde hij.
Na hem legde ook Frank Lippens de vinger op enkele open wonden waarbij hij vooral inzoomde op de organisatie van de spoed. Nu er een kaart ontwikkeld is die illustreert waar er mogelijk te veel en te weinig dekking geleverd wordt door spoeddiensten, zou je tientallen spoeddiensten kunnen schrappen. Maar als een ziekenhuis zonder spoed moet verdwijnen, kan dat heel drastische gevolgen hebben...
Instructierecht
Eerder op de dag had Herwig Van Dijck, (Vlaamse Vereniging voor Hoofdartsen) zijn punt al gemaakt met een betoog voor de invoering van het instructierecht als het statuut van de netwerkhoofdarts wordt ingevuld. Dat pleidooi kwam ook ter sprake in onze recentste editie. U hebt wellicht ook gezien dat daarin de meeste resultaten gepubliceerd werden van onze enquête over de netwerkhoofdarts. Resultaten die collega Valérie Kokoszka mocht toelichten op het symposium en die u dus hier in detail kunt nalezen.