De zelfmoord van de Duitse copiloot van de A320 van Germanwings deed het debat over het respecteren van het medisch geheim opnieuw opflakkeren.
“Ik was gechoqueerd toen ik de kritiek op het medisch korps in de – voornamelijk Franse – media hoorde. We moeten de bevolking eraan herinneren dat het medisch geheim van openbare orde is en geen contractueel gegeven”, reageert dr. Roland Lemye.
“De arts kan niet van het beroepsgeheim ontheven worden door de patiënt. Enkel de wet op de landverzekeringsovereenkomst biedt de Belgische patiënt – in het kader van het afsluiten van een levensverzekering – de mogelijk om de arts te ontheffen van diens beroepsgeheim”, benadrukt de voorzitter van de Bvas. Hij geeft toe dat artsen soms de paraplu van het medisch geheim opentrekken om zichzelf te beschermen. “In het omgekeerde geval kan een arts publiek aangeklaagd worden voor bepaalde handelingen, maar kan hij zich net door het beroepsgeheim niet verdedigen. Hij mag geen elementen bekend maken die hem zouden kunnen vrijpleiten. Het medisch geheim is een plicht eerder dan een privilege.”
Garantie van confidentialiteit
“Het medisch geheim behoort tot de openbare orde en biedt de bevolking de mogelijkheid een beroep te doen op medische zorgverlening met de garantie dat informatie over zijn gezondheid niet publiek te grabbel wordt gegooid. De wet verdedigt eerder de patiënt als burger dan de patiënt als individu. Sommigen stellen het medisch geheim in vraag, bijvoorbeeld ten aanzien van patiënten met aids, onder andere om hun partner te beschermen, of in geval van gedrag dat anderen schade kan toebrengen, zoals de crash van A320. Wat sommigen ook mogen beweren, medisch geheim is niet langer een absoluut gegeven. De wet schrijft bijvoorbeeld voor dat er verplicht melding moet worden gemaakt van bepaalde ziektes (botulisme, cholera, kinkhoest, difterie, enz.). Het is ook mogelijk verzet aan te tekenen tegen het medisch geheim in het geval van een noodtoestand. Deze noodtoestand moet wel aangetoond worden voor een rechter. In het geval van deze copiloot zou er een belangenconflict kunnen zijn tussen twee wetten. Enerzijds de wet die het medisch geheim regelt, anderzijds het principe dat hulp aan personen in nood verplicht maakt. In dit concrete geval had de psychiater niet rechtstreeks de werkgever, maar wel de arbeidsgeneesheer op de hoogte kunnen stellen. De arbeidsgeneesheer had dan verdere stappen kunnen zetten. Om tussenbeide te komen moet men uiteraard op de hoogte zijn. Dat men effectief tot daden overgaat, is niet steeds op voorhand in te schatten. De arts moet kunnen anticiperen en waarschuwen voor een mogelijk overgaan tot daden en in geval van een noodsituatie. Dat is niet gemakkelijk. De maatschappij klaagt artsen vaak te snel aan zonder het volledige plaatje in ogenschouw te nemen.”
Verhoogd potentieel gevaar
In Duitsland wordt er momenteel vurig gedebatteerd over het opheffen van het medisch geheim. La Libre Belgique bracht op 1 april verslag uit over de woorden van dr. Klaus Reinhardt, hoofd van de Duitse ziekenhuisartsen. Hij vindt dat voor beroepen die “een potentieel verhoogd gevaar” inhouden, nagedacht kan worden over een “systematisering” van de arbeidswetten. De arts zou zo een ziektebewijs kunnen afleveren aan de werkgever, zonder echter aan te geven welke diagnose hij heeft gesteld.