Bvas-ondervoorzitter Marc Moens wijst erop dat dit akkoord 2016-2017 een stap zet naar 'een begin van de opwaardering van de 'kleine' specialismen', een wat denigrerende term voor verdienstelijke specialisten.
Een deel van de besparingen in de klinische biologie (10 miljoen) vloeit inderdaad naar een opwaardering van de consultaties
- NKO
- algemene chirurgie
- fysiotherapie
Waarom met deze drie specialismen beginnen? Marc Moens motiveert dat als volgt: "Deze specialismen hebben codenummer (102 012 en 102 535, resp. gewone en geaccrediteerde specialsiten.) die allemaal hetzelfde consultatiehonorarium inhouden als dat van de huisarts. Maar die huisarts is intussen geherwaardeerd, onder meer via gmd. Vandaar de herwaardering van die specialisten op hun beurt."
Bij elk van de drie specialismen speelt nog een specifiek element mee.
- De NKO's kregen al een besparingsmaatregel op hun bord via de regering onder de naam 'besparing logopedie'. Maar in feite ging het niet om een logopedie-, wel om een KNO-besparing. De KNO's mochten zo immers geen voorschrift meer schrijven voor een bepaalde logopedische verstrekking.
- De fysiotherapeuten hebben heel wat besparingen gekend. Resultaat: vandaag zitten de meeste diensten fysiotherapie in alle ziekenhuizen in de rode cijfers. De personeelskosten stegen intussen immers fiks maar de artsenhonoraria bleven ter plaatse trappelen.
- De algemeen heelkundigen tot slot worden twee keer geherwaardeerd omdat ook de ingrepen oncologie de hoogte ingaan. Maar deze categorie specialisten heeft vaak moeilijke consultaties te verwerken, vandaar.
Dr. Moens voegt er nog aan toe dat dit het begin is van een reeks opwaarderingen, weliswaar beperkt tot 2,58 euro per prestatie in deze moeilijke budgettaire context. In de toekomst wordt dat de maatstaf voor de opwaardering van andere 'kleine' specialismen.