Het kort geding dat meer dan 200 mensen, onder wie plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs, hadden ingesteld om een hele reeks maatregelen op te heffen die de federale regering nam in de strijd tegen het coronavirus, wordt op 14 oktober behandeld door het Brusselse hof van beroep. In eerste aanleg had de kortgedingrechter geoordeeld dat hun vordering onontvankelijk was, onder meer omdat de eisers zich tot de Raad van State hadden moeten richten.
Volgens de eisers werden door die maatregelen hun fundamentele rechten en vrijheden op ongeoorloofde wijze aangetast, en hadden de maatregelen meer doden veroorzaakt dan dat ze levens hebben gered. De maatregelen zouden niet gewettigd zijn. "Om die maatregelen te rechtvaardigen, wordt gezegd dat er 130.000 doden dreigen, dat tot 60 procent van de bevolking besmet dreigt te raken, maar dat is allemaal sciencefiction", klonk het bij de eisers. "De Spaanse griep trof maar 40 procent van de bevolking, en het griepvirus treft jaarlijks 2 tot 8 procent van de bevolking, en maakt jaarlijks 650.000 doden ter wereld."
Gelijkheidsbeginsel
Volgens de rechtbank moesten de eisers zich tot de Raad van State wenden om de schorsing of vernietiging van de maatregelen voor iedereen te eisen. De maatregelen enkel voor de eisers schorsen of vernietigen, zou dan weer het gelijkheidsbeginsel schenden, en de eisers toestemming geven zich niet aan de maatregelen te houden, kon al helemaal niet, oordeelde de kortgedingrechter.
De eisers vroegen ook om de overheid te verbieden een hele reeks maatregelen te nemen, maar volgens de rechtbank kon ook die eis niet ingewilligd worden, omdat ze de scheiding der machten zou schenden.
Onwetenschappelijk
De kortgedingrechter was ook van oordeel dat de argumenten van de eisers wetenschappelijk geen enkel hout sneden.