De kinderartsen schreven minister De Block een brief omdat ze zich verongelijkt voelen door de publicatie van twee recente Koninklijke Besluiten. Die romen niet alleen hun inkomen af, ze tasten opnieuw de positie aan van kinderen in het ziekenhuis.
Het gaat om twee KB's (19 februari en 18 maart 2016) die op 1 mei van kracht werden.
in tal van Belgische spoeddiensten worden kinderen met een medische aandoening rechtstreeks en uitsluitend opgevangen door de kinderartsen met dienst. Tijdens een overgangsperiode mochten die kinderartsen de code 590553 A35 (€ 40,51) gebruiken. Volgens de nieuwe regels moeten specialisten die geen spoedarts zijn de code 590730 A34 (36,35 euro) gebruiken, wat neerkomt op een 10% lagere vergoeding, aldus de pediaters. Een maatregel die totaal onlogisch is, verweren ze zich: "De expertise van de kinderarts voor acute aandoeningen bij het kind garandeert immers een kwalitatieve aanpak, die ervoor zorgt dat op overbodige en dure onderzoeken kan worden bespaard en het aantal ziekenhuisopnames kan worden beperkt."
De tarifering van supplementen nacht- en weekendwerk werd vergeten, een bijkomende discriminatie.
Komt nog bij dat de tarifering van supplementen voor nachten en weekends ‘vergeten’ werd, luidt het in de protestbrief. "Dat betekent een bijkomende discriminatie."
Alternatief: aanvullend honorarium
De kinderartsen vragen dat de aanpak van kinderen in spoeddiensten recht geeft op een aanvullend honorarium, overigens in voege in in andere Europese landen en voor technische prestaties in België. "Dat moedigt het werk aan van de kinderarts in het ziekenhuis én de intellectuele acts wordt zo niet bestraft. Twee vliegen in één klap dus. Om hun betoog te staven, verwijzen ze naar de studie van Alain De Wever en Lieven Annemans. Die toonde aan dat 25 à 30% van de patiënten die zich op de spoeddiensten aanbieden kinderen zijn, en dat zij in de meeste gevallen door kinderartsen worden behandeld.
Polysomnografie
Het tweede KB gaat over de polysomnografie. Het is niet aanvaardbaar dat de indicatie van een dergelijk essentieel onderzoek afhankelijk wordt gemaakt van een regel die uitsluitend door financiële motieven is ingegeven. En dat terwijl de globale budgettaire impact ervan zeer klein zal zijn, maar wel al tot een belangrijk financieel verlies voor de kinderartsen heeft geleid.
"Bovendien werd het polysomnografisch onderzoek, zelfs voor baby’s, naar de nomenclatuur van de neuropsychiatrie overgeheveld. Ook al hebben de kinderartsen toegang tot die nomenclatuur, dan nog is dit voor ons een beslissing waarvan de gevolgen meer dan alleen symbolisch zullen zijn", heet het.
"De getroffen maatregelen hebben al zware financiële gevolgen voor de kinderartsen met zich meegebracht, zonder enige compensatie. De vrijgekomen budgetten moeten worden aangewend om andere pediatrische prestaties te financieren. Met onze eisen willen wij de zorgkwaliteit aan het kind verhogen en een beroep dat in de huidige context ernstig nadeel wordt berokkend aantrekkelijk houden, besluiten Prof. Vandenplas (foto) en Pletincx namens de kinderartsen.
P.S.
