De Eerstelijnszone Zennevallei, bestaande uit zeven gemeenten uit het Pajottenland, is vandaag als eerste in Vlaams-Brabant gestart met lokale "brontracing". In tegenstelling tot "contacttracing" waarbij bij besmette personen gepeild wordt naar met wie zij de afgelopen tijd contact hadden, beperkt brontracing zich tot locaties waar zij vertoefd hebben. De zone werkt hierbij nauw samen met de bevoegde Vlaamse diensten.
"De plannen om dit te organiseren lagen al een drietal weken klaar, maar we kregen pas recent van Vlaams minister Wouter Beke toestemming om ermee te starten. We beschikken over een tiental vrijwilligers onder wie lokale ambtenaren en medisch personeel op rust die mensen contacteren waarvan vastgesteld is dat ze besmet zijn.
De hiertoe binnen de eerstelijnszone aangeduide arts krijgt die namen aangeleverd door de Vlaamse overheid. Bedoeling is dat de vrijwilligers hen contacteren om te weten waar ze de afgelopen dagen geweest zijn", aldus Mathias Pierquin, coördinator van de Eerstelijnszone Zennevallei.
Bedoeling van dit project is volgens Pierquin eventuele haarden van besmetting lokaal snel te detecteren. "De resultaten van de bevraging door de vrijwilligers worden vervolgens anoniem verwerkt en besproken binnen het covid-team bestaande uit vertegenwoordigers van de zeven gemeenten, de huisartsenkring en het AZ Sint-Maria in Halle."
"De conclusies worden zowel meegedeeld aan de Vlaamse overheid als aan de lokale besturen zodat die de nodige maatregelen kunnen nemen om verdere verspreiding tegen te gaan. De privacywetgeving wordt hierbij volledig gerespecteerd", aldus Pierquin. Deze eerstelijnszone bestaat uit Halle, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Drogenbos en Pepingen.