Duurzamer werken in het OK

We kunnen er niet omheen: in de volgende jaren zullen ziekenhuizen duurzamer moeten gaan werken, vooral in het operatiekwartier. Zo nam het Leidens Universitair Medisch Centrum (LUMC) onlangs maatregelen "want om in 2050 tot een CO2-neutrale zorgsector te komen dient vanaf nu de CO2-voetafdruk in de zorgsector jaarlijks met 6 tot 8 procent te dalen", luidt het.

Ziekenhuizen kunnen en moeten veel duurzamer gaan werken. Van artsen wordt daarbij een voortrekkersrol verwacht. Door de CO2-voetafdruk te bepalen, meetbare doelen te stellen en de voortgang te monitoren, kan de CO2-uitstoot doelmatig worden verminderd. Daarvoor houden vier auteurs een pleidooi in Medisch Contact. (1)

Doel voor de zorginstellingen: een reductie van 49 procent in 2030 en in 2050 van 95 procent ten opzichte van 1990. De CO2-uitstoot door de Nederlandse gezondheidszorg is met 11 megaton (megaton = 109 kg), goed voor 7 procent van de totale CO2-voetafdruk van Nederland, wat vergelijkbaar is met andere westerse landen.

Er wordt ingezet op vier thema’s: het verlagen van de CO2-emissie van de sector, circulair werken, het terugdringen van medicijnresten in het afvalwater en het creëren van een gezonde leefomgeving.

770 personenauto's
Naast het LUMC dragen ook het Amsterdam UMC, het UMCU en het Radboudumc hier actief aan bij. Deze koplopers bundelen momenteel hun krachten bij het opstellen van een lijst van best practices om ziekenhuizen te verduurzamen.

Uit een quickscan bleek dat in 2017 de jaarlijkse uitstoot van inhalatieanesthetica in het LUMC 35 ton CO2 was, de luchtbehandeling 715 ton CO2 produceerde en afval goed voor 750 ton CO2 was. Dat is bij elkaar 1500 ton CO2, evenveel als de gemiddelde jaarlijkse uitstoot van ongeveer 770 personenauto’s. 

Het gebruik van inhalatieanesthetica heeft in het LUMC slechts een gering aandeel in de CO2-voetafdruk van de ok. Van oudsher worden deze middelen weinig gebruikt in het LUMC en de meest vervuilende inhalatieanesthetica, desfluraan en lachgas, zijn niet meer beschikbaar. Door anesthesiologen bewust te maken van de broeikaseffecten van inhalatieanesthetica, door een kritische indicatiestelling en efficiëntere toediening, kan het gebruik nog verder verminderen.

Energieverbruik
Op een ok worden hoge eisen gesteld aan de luchtkwaliteit. Maar liefst 90 procent van het energieverbruik op het operatiekamercomplex komt voor rekening van de luchtbehandeling. Als de luchtverversing zou worden gereduceerd in uren waarin de operatiekamers niet in gebruik zijn – wat in 50 tot 60 procent van de tijd het geval is – is een aanzienlijke besparing te realiseren, mometeel niet mogelijk in het LUMC. Maar het start wel met groene stroom die de CO2-emissie door de luchtbehandeling. Door efficiëntere luchtbehandelingssystemen te implementeren die alleen aanstaan tijdens gebruik van de ok, is naar verwachting een reductie van 25 tot 30 procent van de CO2-voetafdruk van de ok van het LUMC haalbaar.

Bedrijfsafval
De afvalproductie kan worden verminderd met de 3R-aanpak: reduce, verminderen, reuse, hergebruiken, en recycle, terugwinnen. Voorkómen dat afval wordt geproduceerd, refuse, is echter de meest efficiënte manier van afvalvermindering. Deze vierde ‘R’ dient dan ook primair in overweging genomen te worden bij afvalreductie, bijvoorbeeld door overbodige verpakkingen te vermijden. Bij reduce en reuse gaat het vooral om het voorkómen van het verspillen van gebruiksvoorwerpen en waar mogelijk het gebruiken van herbruikbare in plaats van wegwerpinstrumenten en -materialen. Momenteel wordt bij het inkopen van isolatiejassen en chirurgische-proceduretrays voor het ok rekening gehouden met duurzaamheidseisen om de hoeveelheid afval te reduceren.

Afvalreductie door middel van recycling heeft ook nadelen. Recycling kan ten koste gaan van de kwaliteit van het materiaal;  desalniettemin is recycling van essentieel belang in een circulaire maatschappij. Voor het ok betekent dit dat alleen materialen kunnen worden hergebruikt die niet met patiënten in contact zijn geweest. Met name verpakkingsmaterialen zoals plastic, papier en karton. Het afval van het ok, andere afdelingen en het restaurant wordt gescheiden aan het afvalbedrijf aangeleverd. Met de afvalverwerker zijn afspraken gemaakt om in 2023 voor het restafval van het gehele ziekenhuis een recyclingpercentage van 60 procent te realiseren.

Green teams
Thuis scheiden we afval en gaan we zorgvuldig om met onder andere plastics. In het ziekenhuis gebeurt dat veel minder of zelfs helemaal niet. Vandaar Green teams in het LUMC: groepen medewerkers die zich bezighouden met het verduurzamen van hun afdeling. Intussen is bijvoorbeeld een aparte afvalstroom gecreëerd voor medicijnresten zodat ze niet in het oppervlaktewater terechtkomen. Het serviesgoed in de koffiekamer is vervangen door composteerbaar bestek en borden, en de pakken/flessen bronwater zijn vervangen door kraanwatertappunten.

Momenteel zijn op negen afdelingen in het LUMC Green teams actief, waaronder de intensive care, klinische chemie en laboratoriumgeneeskunde, public health & eerstelijnsgeneeskunde (PHEG), gynaecologie/verloskunde en neonatologie. Omdat het ok een van de grootste ‘vervuilers’ in het huis blijkt te zijn, zijn studenten van de masteropleiding Industrial Ecology aan de Universiteit Leiden momenteel aan het berekenen wat de exacte waarde van de CO2-voetafdruk van de ok is.

Op de werkvloer signaleren de Green teams werkwijzen en processen waar CO2-winst is te behalen. Door ziekenhuisbreed kennis en ervaringen te delen kunnen we initiatieven verder uitwerken en waar mogelijk ook uitrollen en implementeren op andere afdelingen. Zo krijgen het LUMC uiteindelijk mogelijkheden om te sturen in de CO2-reductie. Het facilitair bedrijf heeft daarbij een spilfunctie en onderzoekt hoe het CO2-reductie als factor kan meenemen bij aanbestedings- en inkooptrajecten.

Voorbeeldfunctie

"Naast individuele lifestyleacties zullen wij aanjagers moeten zijn van de verduurzaming van onze eigen zorgsector. Niet alleen om een bijdrage te leveren aan de gestelde klimaatdoelen, maar ook vanwege de voorbeeldfunctie die wij (als artsen, red.) daarbij hebben", schrijven de auteurs (1).

(1)

Hans Friedericy, anesthesioloog LUMC, 

Marieke Beelen, manager facilitair bedrijf LUMC,

Anne van der Eijk, manager operatiekamercomplex en centrale sterilisatieafdeling LUMC, 

Frank Willem Jansen, hoogleraar gynaecologie LUMC en TU Delft

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.