Gezondheidszorgbeoefenaars worden meer en meer beschouwd als ondernemers. Heeft dat ook gevolgen voor u inzake uw informatieplicht naar de patiënt? Dat toetste meester Christophe Lemmens (Dewallens & Partners) af op een webinar van Intersentia en waarbij hij vooral het Wetboek economisch recht (WER) en de wet patiëntenrechten (WPR) onder de loep nam.

Het WER werd onlangs namelijk vernieuwd. Het zegt uitdrukkelijk dat een onderneming zijn prijzen van goederen en homogene diensten goed zichtbaar schriftelijk leesbaar moet aanduiden. Maar botst dat niet met de patiëntenrechten? De WPR geeft aan dat mondelinge informatieverstrekking de regel is, ook als het gaat over de financiële gevolgen van een tussenkomst. En meester Lemmens beschouwt de WPR als een lex specialis, een wet die hier prioritair is.

Prijsbetwisting

Een interpretatie als een andere? Feit is dat de rechtspraak daar bij gelegenheid van afwijkt, geeft hij toe. Zo is er een (onuitgegeven) uitspraak van het Vredegerecht van Antwerpen (13 oktober 2017) over een specialist, maar evenzeer van toepassing voor huisartsen.

Een plastisch chirurg nam in een ziekenhuis een huidletsel weg bij een patiënt en hij rekende daarvoor een honorarium aan van ongeveer 300 euro. De patiënt betwistte die prijs achteraf omdat hij vooraf zogenaamd niet of onvoldoende geïnformeerd was. De vrederechter verwees naar het WER dat dus schriftelijke info oplegt als het over de prijs gaat. Op basis daarvan wees hij de honorariumvordering af van de chirurg. Hij herleidde de prijs tot het conventietarief van om en bij de 70 euro.

“Zeker als het gaat over prijsinfo moet u vooraf dus goed nadenken hoe u dat soort informatie in de eigen praktijk implementeert”, adviseert meester Lemmens. “Volgens het WER kan dat via een website, een infobrochure of een affiche in de wachtkamer.”

Gewaarschuwd zorgverlener is er twee waard

En onze juridische expert besluit: “De zorgverlener moet voldoen aan de wet patiëntenrechten én het wetboek economisch recht (WER) maar de WPR is ruimer en bij een tegenstrijdige regeling heeft de WPR voorrang. Wel kan het WER aanvullend zijn zoals bij de bewijslastbepaling over de prijs. Discussies hierover blijven mogelijk, maar een gewaarschuwd gezondheidszorgbeoefenaar is er twee waard! Uiterst omzichtig omspringen dus met prijsinfo naar patiënten.”