De nationale raad van de Orde der artsen heeft een adviesaanvraag betreffende het aanrekenen van ereloonsupplementen door gedeconventioneerde artsen in een OCMW-RVT onderzocht.
De nationale raad bevestigt dat er een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de situatie waarin het ereloon gedragen, wordt door het OCMW dan wel door de patiënt.
Indien het ereloonsupplement gedragen wordt door de patiënt dan kan het RVT geen beperking aan het ereloon opleggen gelet op het principe van de vrije artsenkeuze.
Indien het ereloon gedragen, wordt door het OCMW dan kan het reglement van Inwendige Orde opleggen dat de artsen zich aan de RIZIV-conventietarieven dienen te houden. In dat geval dient de arts zich te houden aan de RIZIV-conventietarieven.