Aan de andere kant van de taalgrens leiden de superingewikkelde structuren en manifeste onderbezetting tot financiële rampen bij startende (huis)artsen… Of wat dacht u van deze ervaring?
"We maakten ons al ongerust tijdens onze studies: zouden we een Rizivnummer krijgen? Diploma in de hand, assistentschap achter de rug: de onrust blijft. Het einde van de tunnel leek in zicht na 9 jaar inspanning, maar er blijft één - 100% administratief - obstakel over", beschrijft Marie Hechtermans (GBO) haar nachtmerrie. Het knelpunt heet de ‘Fédération Wallonie Bruxelles’ (FWB). Meer bepaald de algemene administratie van het Onderwijs die de dossiers uitpluist om ze vervolgens voor te leggen aan de erkenningscommissie.
“Aha, is de jeugd wat ongeduldig, hoor ik u denken? Maakt ze zich druk om een administratief akkefietje in het vooruitzicht van een mooi geplaveide carrière? Tja, het is maar hoe je het bekijkt: die druktemakerij heeft wel flink wat financiële impact voor een startende huisarts.”
Ter herinnering: als het assistentschap er opzit, stuurt de jonge arts stuurt zijn of haar erkenningsaanvraag met een pak documenten inclusief het logboek, naar de "Directie erkenning zorgverleners” van de FWB. Die controleert of de wettelijke voorwaarden gerespecteerd zijn en maakt alles dan over aan de erkenningscommissie (van de FOD Volksgezondheid), die de minister adviseert. De jongere wordt via de eHealth-Box op de hoogte gebracht van de beslissing. Staat het licht op groen, dan wijst het Riziv het lang begeerde nummer toe.
10 euro minder per consult
Marie Hechtermans kreeg haar "004 (*) na twee maanden “en ik scande die onmiddellijk in om het iedereen te laten zien", grapt ze. "Een ideaal verloop in tegenstelling tot vele anderen die hun dossier begin augustus ontvingen zonder dat het de erkenningscommissie al bereikte.” Volgens haar onderzoek voor het GBO-syndicaat waarin ze actief is, ligt dat tijdverlies niet aan de commissie of aan het Riziv, maar wel aan de FWB. Eén enkele ambtenaar moet daar de massa van inkomende verzoeken het hoofd bieden.
Gevolg: “Wie als jonge huisarts voor een toekomst als loontrekkende kiest, heeft geen last. Wie evenwel als zelfstandige aan de slag wil, kan maar starten onder het oude nummer bij gebrek aan een definitief bekwaamheidsbewijs: tegen 75% dus van de tarieven van een erkende huisarts. En ver onder het tarief van 25,5 euro. Reken 10 euro minder per consult. Komt nog bij dat je geen GMD-houdende arts bent tijdens die periode. Nog een deel van het inkomen dat afgesneden is..."
Net dan, bij de start, krijgt een zelfstandige een pak kosten voor de neus: praktijkruimte, uitrusting, verzekering, enz. De impulseopremie? Die komt niet alleen tien maanden na de goedkeuring toe, je moet om ze aan te vragen… erkend zijn!
“Daarom nemen nogal wat jongeren een paar maanden een ‘gedwongen sabbatical’. “Anderen beginnen hoe dan ook, lenen, krijgen hulp van hun geliefden... In dit stadium van ons leven zijn we 27 jaar en hebben we ook de huur van een appartement te betalen. Je ziet ons al zeggen tegen de eigenaar: 'Luister, ik verbreek mijn huurovereenkomst voor 2-3 maanden om terug bij papa en mama te gaan wonen, oké?'
De overgang is des te moeilijker omdat de assistent onder het sui generisstatuut een maandsalaris ontvangt van 2.000-2.200 euro netto (aan het einde van het assistentschap). Er zijn er toch die de sprong waagden als zelfstandige: de meesten haalden voltijds minder dan 1.000 euro netto per maand."
.
Laatste reacties
Rufij BAEKE
13 november 2018Breng dit ook in de algemene pers * zet druk op betrokken politici * dit is niet correct t.a.v. startende huisartsen
Rufy BAEKE - gepensioneerd huisarts * Syndicaat Vlaamse Huisartsen