Belgische onderzoekers gaan bekijken of we in de toekomst mRNA-vaccins kunnen opslaan in poedervorm. Dat zou mogelijk zijn met een nieuwe techniek, het zogenaamde 'spinvriezen'. Het grote voordeel? Ze kunnen bij kamertemperatuur opgeslagen worden en moeten dus niet langer gekoeld worden zoals tijdens de coronapandemie.
'Spinvriezen' is een techniek waarbij het vaccin langs de wand van een flacon wordt gestold. Injectieflacons met vaccin worden snel rondgedraaid terwijl een stroom koud gas het vaccin doet stollen tot een dunne poederfilm. Dat zorgt voor een veel sneller droogproces en biedt fabrikanten meer controle over het proces.
"Deze nieuwe vaccinstabilisatietechniek kan mogelijk een einde maken aan de noodzaak om mRNA-vaccins in te vriezen én helpen om sneller en grootschalig te reageren op toekomstige uitbraken," zegt onderzoeker Ine Lentacker. De producent zou met de methode meer controle krijgen over het productieproces en de vaccins zouden niet langer ingevroren moeten worden. Dat kan enorme troeven bieden bij vaccinproductie tegen toekomstige pandemieën als COVID-19.
De techniek is bedacht door een Belg, professor Thomas De Beer, en zou de productie en distributie van toekomstige vaccins niet enkel versnellen maar ook vereenvoudigen. Een internationaal samenwerkingsverband CEPI trekt 1,75 miljoen euro uit voor het onderzoek, dat uitgevoerd zal worden aan de UGent.
Indien de techniek alle testproeven doorstaat, zullen toekomstige producenten van mRNA-vaccins die continu kunnen invriezen, flacon per flacon. En niet per batch, zoals vandaag gebeurt bij het traditionele droogvriezen. Het zou het einde betekenen van dure en tijdrovende knelpunten en vertragingen in het productieproces.
Het spinvriezen kan de productiecapaciteit van vaccinproducenten verhogen in een vroeger stadium van de pandemie. En doordat de vaccins niet langer moeten worden ingevroren, kunnen ze ook sneller naar afgelegen gebieden worden gebracht, of naar armere landen waar geen koelinfrastructuur beschikbaar is.
De Universiteit Gent krijgt voor het onderzoeksproject steun van Rheavita, een spinoff-bedrijf, voor spinvriestoestellen. De productie van mRNA gebeurt door Quantoom Biosciences en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) zal de gevriesdroogde vaccins testen in preklinische studies. Als het project succesvol verloopt, kan CEPI verder investeren in klinische proeven bij mensen.
De organisatie die het onderzoek steunt, CEPI, is de in Noorwegen gevestigde organisatie Coalition for Epidemic Preparedness Innovations. Ze is in 2017 gelanceerd als een samenwerkingsverband tussen publieke, private, filantropische en civiele organisaties en wil de ontwikkeling van vaccins versnellen en de toegang vergroten.