Ruim 7,2 procent van alle 20- tot 64-jarigen in België, of bijna een half miljoen mensen, is niet aan het werk wegens ziekte of handicap. Ons land is daarmee Europees koploper, bleek bij de voorstelling van een rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW). Die heeft de problematiek bestudeerd en een aantal aanbevelingen geformuleerd om meer mensen weer aan het werk te krijgen.
"Er is een zekere urgentie", stelde ondervoorzitter Steven Vanackere bij de voorstelling van het rapport. Hij wees erop dat als België een werkgelegenheidsgraad van 80 procent wil halen, we ook naar deze groep moeten kijken. "Alle werklozen aan het werk zetten, zal niet volstaan."
Volgens Vanackere moeten "alle actoren worden gesensibiliseerd". Dus niet alleen de betrokken werknemer en werkgever, maar ook de behandelend arts en arbeidsarts, het ziekenfonds en de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling. Hij pleitte er ook voor om meer aandacht te hebben naar wat mensen wél nog kunnen.
Het aantal arbeidsongeschikten door ziekte of handicap is sinds begin deze eeuw maal 2,5 gegaan. De instroom stijgt kwartaal na kwartaal (met uitzondering van de coronaperiode), terwijl de uitstroom uit het stelsel veel trager gaat.
Vervrouwelijking en vergrijzing
De HRW verwijst als verklaring onder meer naar de vervrouwelijking en vergrijzing van de arbeidsmarkt, want vrouwen en ouderen kampen vaker met gezondheidsproblemen. Daarnaast wijst men ook op institutionele veranderingen. Tijdskrediet zonder motief is afgeschaft, brugpensioen is strenger geworden en de pensioenleeftijd werd opgetrokken. "Wat dat laatste betreft, verwachten we volgend jaar een nieuwe schok, als de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen omhooggaat", klonk het in de marge van de presentatie.
Daarnaast zijn er ook verschillen volgens de bedrijfstak, waarbij arbeiders of meer precaire jobs zoals schoonmaak, logistiek of gezins- en bejaardenhulp vaker te kampen hebben met arbeidsongeschiktheid.
De meest voorkomende aandoeningen zijn geestelijke gezondheidsproblemen (37 procent), gevolgd door spier- en skeletaandoeningen (32 procent). Die kenden de jongste jaren ook de grootste stijging.
Twee derde van de arbeidsongeschikten verlaat het stelsel binnen de zes maanden. Nadien blijkt de terugkeer naar de arbeidsmarkt veel moeilijker, zeker voor 55-plussers. Bij diegenen die één jaar ziek zijn, is acht op de tien een jaar later nog arbeidsongeschikt.
Ziekenfondsen en bedrijven responsabiliseren
"De eerste zes maanden zijn dus cruciaal. Opvolging en vroege interventie is belangrijk voor succesvolle re-integratie", verklaarde Vanackere, en dus pleit de HRW om de doelgroep voor re-integratie te verruimen en sneller door te verwijzen via de ziekenfondsen. Er zou, als de gezondheid het toelaat, ook een verplichte deelname aan de re-integratie bij de arbeidsarts of arbeidsbemiddelingsdienst moeten zijn. De HRW pleit hierbij ook om ziekenfondsen financieel meer te responsabiliseren.
Ten aanzien van de werkgever stelt de HRW voor om initiatieven rond preventie te ondersteunen met premies. Om bedrijven te responsabiliseren rond preventie en re-integratie, zouden ze tijdens de eerste twaalf maanden arbeidsongeschiktheid maandelijks een percentage van het loon moeten betalen als bijdrage aan de uitkering van de langdurig zieke, stelt de HRW voor.
Om volledige uitval te vermijden, stelt de Hoge Raad ook voor om "gedeeltelijke erkenning van arbeidsongeschiktheid" in te voeren. "Dit kan helpen om het werk langer vol te houden", aldus Vanackere.
Tot slot stelt de HRW voor om een eenmalige premie te geven aan personen die vrijwillig de overstap maken van gedeeltelijke naar volledige werkhervatting. Vooral voor lage inkomens dreigt nu immers inkomensverlies als ze die stap zetten.
Laatste reacties
Marc DE MEULEMEESTER
15 maart 2024Leve de zieke bont !