Artsen Zonder Grenzen roept de Soedanese autoriteiten op om de toegang tot Khartoem te garanderen. De staat, al maandenlang het toneel van gevechten, raakt steeds meer afgesneden van gezondheidszorg, zo hekelt AZG. "Drie miljoen inwoners blijven verstoken van levensreddende medische zorg", klinkt het. Sinds oktober hebben humanitaire hulpverleners opnieuw beperkt toegang tot het gebied, maar toch ondervinden de teams zware moeilijkheden om hun diensten open te houden.
Hoewel na de gevechten in Khartoem een massale exodus op de been kwam, zijn nog steeds veel mensen moeten achterblijven in het gebied. "Zij hebben nu erg moeilijk toegang tot essentiële zorg en behandeling", legt Jean-Guy Vataux uit, hoofd van de projecten van AZG in Soeda n.
In Khartoem zijn momenteel slechts een handvol ziekenhuizen nog operationeel en de prijzen van medicijnen blijven stijgen, zegt de hulporganisatie. AZG-teams in het Turkish Hospital in de stad zien meer dan honderd patiënten per dag, voornamelijk kinderen en zwangere vrouwen, vaak in kritieke toestand.
Maar ook de medicijnvoorraad staat op een dramatisch laagtepunt. Zo is er in het Umdawanban-ziekenhuis een tekort aan oxytocine, een essentieel middel voor veel vrouwen tijdens de bevalling. Een medewerker beschrijft daarnaast ook traumatische taferelen op de kinderafdeling, waar kinderen met chronische ziekten zoals diabetes geen insuline kunnen vinden en vaak op sterven na dood in het ziekenhuis aankomen.
Te midden van de schaarste ondervinden AZG-teams ernstige moeilijkheden om hun diensten open te houden, grotendeels door administratieve beperkingen op reisvergunningen voor het personeel. "Terwijl onze teams de verschrikkelijke toestroom van gewonden blijven verwerken, verhinderen de beperkingen op de bewegingsvrijheid van medisch en humanitair personeel in Khartoem al maanden dat mensen essentiële zorg voor hun verwondingen en behandeling voor vermijdbare ziekten kunnen krijgen", legt Jean-Guy Vataux uit.
Sinds april 2023 rekent het land af met een gewapend conflict tussen het leger van generaal en de facto president Abdel Fattah al-Burhan, en de paramilitaire RSF van zijn vicepresident, generaal Mohamed Hamdane Daglo.