"Pijnlijk is dat de Commissie Euthanasie voor een rigide toepassing van de gewijzigde wet kiest en schijnbaar de nodige creativiteit mist om een formule te bedenken die rekening houdt met de mening van een aantal uitvoerende artsen." Dat schrijft dr. Ivo Uyttendaele.
"De historische blunder van de voorzitter van de Federale Commissie Euthanasie die rustig op zijn stoel bleef zitten als de door hem uitgevoerde euthanasie behandeld werd, zal zich hoogst waarschijnlijk nooit meer herhalen. Onbegrijpelijk dat België daarvoor eerst door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens diende veroordeeld te worden alvorens orde op zaken te stellen. Pijnlijk is dat de Commissie Euthanasie voor een rigide toepassing van de gewijzigde wet kiest en schijnbaar de nodige creativiteit mist om een formule te bedenken die rekening houdt met de mening van een aantal uitvoerende artsen."
"Het registratiedocument, dat een arts na het uitvoeren van een euthanasie aan de commissie moet overmaken, bestond vroeger uit een verzegeld gedeelte met onder meer de vermelding van de namen en toenamen van alle bij de euthanasie betrokken artsen en een niet-verzegeld gedeelte met alle noodzakelijke gegevens voor de beoordeling van de uitgevoerde euthanasie. Als dit laatste gedeelte perfect ingevuld was, werd het verzegelde gedeelte niet geopend en kon een lid van de commissie zonder dat iemand het in de gaten had mede oordelen over zijn eigen zaak. Dat is nu voltooid verleden tijd. De gewijzigde wet schaft het verzegelde gedeelte af en in het registratiedocument vindt men nu al de gegevens die vroeger over twee delen verspreid waren zodat men bij het openen van het document onmiddellijk ziet welke artsen bij de euthanasie betrokken waren: de tijd van krommenaas is voorbij."
"Bij het opstarten van de wet in 2002 had men voor anonimiteit gekozen en naar alle waarschijnlijkheid heeft dat gedurende de eerste jaren bijgedragen tot minder terughoudendheid bij het declareren van euthanasie. In De Wetstrijd, verschenen in 2019, staat dat anonimiteit niet meer van deze tijd is en de afschaffing ervan geen problemen zou meebrengen. Naar wat men links en rechts hoort, zou dit echter een verkeerde inschatting kunnen zijn."
"Er zijn artsen die niet willen dat bepaalde commissieleden zicht krijgen op hun praktijk: ”Vankrunkelsven moet niet weten hoe ik met euthanasie omga." Meedelen aan de commissie dat men verzoeken om euthanasie van terminale patiënten inwilligt, zal vermoedelijk weinig problemen geven. Maar open en bloot aan de commissie euthanasies declareren waartoe men pas na lang wikken en wegen besloot en waarvan men weet dat er geen consensus is binnen het artsenkorps, zal voor sommige artsen een hele opgave zijn. Ook artsen die frequent euthanasies uitvoeren, zullen met het verdwijnen van de anonimiteit niet gelukkig zijn en tot deze groep behoren ook de artsen die vooral euthanasies uitvoeren voor huisartsen die zelf de injectie niet durven of niet kunnen toedienen."
Keihard en kil
"De Commissie Euthanasie houdt helemaal geen rekening met deze overwegingen en stelde een nieuw registratiedocument op dat keihard en kil zonder enige nuancering alle gegevens eist. De commissie is schijnbaar vergeten dat de wetswijziging enkel door het gedrag van bepaalde leden van de commissie tot stand kwam en dat dit geleid heeft tot het opofferen van de anonimiteit van alle uitvoerders."
"Het is niet ernstig om artsen gerust te stellen door op het beroepsgeheim van de leden van de commissie te wijzen. Elke arts die van wanten weet, kent de betrekkelijkheid van deze garantie: een essentiële vereiste voor schending van het beroepsgeheim is dat dit met opzet gebeurt, wat meebrengt dat een overtreding onmiddellijk als een onachtzaamheid gebracht wordt met seponeren tot gevolg."
"De wet respecteren en de mededeling van de namen van de uitvoerders aan de leden van de commissie minder open en bloot maken, zou voor heel wat soelaas kunnen zorgen. Het volstaat dat het secretariaat van de commissie aan elk blanco registratiedocument een uniek nummer geeft en dat dit nummer ook vermeld staat op een afscheurbare strook waarop de naam, voornaam, registratienummer Riziv en alle gegevens voor eventuele correspondentie als adres, telefoonnummer en E-mail moeten worden vermeld met daaronder datum, stempel en handtekening van de uitvoerder. Als juristen het nodig vinden, moet boven de handtekening voldoende ruimte gelaten worden met de verplichting handgeschreven te verklaren dat alle gegevens vermeld op document nr XXX naar waarheid zijn ingevuld."
"Het ligt voor de hand dat de afscheurbare strook op het secretariaat blijft en de leden voorafgaandelijk aan de vergadering de te beoordelen registratiedocumenten krijgen zonder de gegevens van de uitvoerder. Gedurende de vergadering ligt er voor hen wel een lijst ter inzage met het identificatienummer van elk registratiedocument en de daaraan gekoppelde gegevens van de uitvoerder van de euthanasie. Het is de evidentie zelf dat deze lijst niet gefotografeerd wordt en na de vergadering niet door een lid meegenomen wordt. Deze procedure is conform de wet en niet hopeloos ingewikkeld en zal voor de uitvoerders van euthanasie vermoedelijk aanvaardbaarder zijn dan het huidige door de commissie opgestelde rigide registratiedocument."
"Het is belangrijk dat artsen die ervaring hebben met de praktijk van euthanasie hun stem laten horen en dit vooral als de opgeofferde anonimiteit hen stoort. Het zou al te gek zijn als het aantal euthanasies daardoor zou teruglopen. Laat ons hopen dat het dan alleen om de gedeclareerde gaat."
Ivo Uyttendaele
Auteur van De Wetstrijd