Verloop van zelfverwondend gedrag bij mensen in psychiatrische behandeling bestudeerd

Voor het eerst is het verloop van zelfverwondend gedrag bij mensen die een psychiatrische behandeling volgen,  onderzocht. Dat meldt KU Leuven, die samen met de universiteiten van Harvard en Tilburg het onderzoek heeft uitgevoerd. De onderzoekers vonden dat de gedachten die voorafgaan aan zelfverwonding bij mensen een chaotisch patroon vertonen en sterk van uur tot uur variëren, en dat zelfverwonding meestal 's avonds gebeurt.

Bij mensen die een psychiatrische behandeling doormaken, is zelfverwonding geen uitzondering. De helft van de adolescenten en één op de tien volwassenen verwondt zichzelf. Ook onder studenten komt het niet zelden voor, bij één op de zeven, bleek recentelijk nog uit nieuw onderzoek. De prevalentie is dus gekend, maar hoe zelfverwonding op korte termijn tot stand komt en evolueert was tot hiertoe minder duidelijk. 

Voor het eerst hebben onderzoekers dit beter in kaart gebracht. Ze voerden een studie uit bij 125 jongeren en volwassen in 21 verschillende psychiatrische afdelingen in Vlaanderen. Bij deze patiënten was er in de maand voorafgaand aan het onderzoek al sprake geweest van zelfverwonding. De patiënten monitorden zichzelf 28 dagen lang digitaal via hun smartphone, samen in totaal ruim 15.000 keer, waarbij ze elk zesmaal per dag vragen beantwoordden die peilden naar hun gedachten en drang omtrent zelfverwonding. 

"Daarbij stelden we vast dat de helft van de patiënten zich wekelijks bewust verwondt, bij iets minder dan één op de vijf was dat zelfs dagelijks het geval", vertelt Glenn Kiekens (KU Leuven en Tilburg Universiteit), klinisch psycholoog en hoofdonderzoeker van de studie. "Over het algemeen waren de gedachten en drang niet doorlopend prominent aanwezig, maar de intensiteit kon wel erg plots en fel oplaaien. We weten dat er vaak minder dan 30 minuten zit tussen de drang om zichzelf te verwonden en het gedrag zelf. Aangezien we in deze studie nu ook vaststelden dat zelfverwonding dan ook nog eens vaak 's avonds gebeurt, maakt dit het moeilijk voor hulpverleners om te kunnen ingrijpen."

Nood aan interventies, monitoringsysteem

Er is dus nood aan interventies die mensen kunnen ondersteunen wanneer de drang naar zelfverwonding te overheersend dreigt te worden. "Tijdens therapeutische sessies proberen we onze patiënten vaardigheden bij te brengen, maar het komt er natuurlijk op aan om die ook te kunnen inzetten op kritieke momenten", stelt Kiekens. "Hopelijk kan technologie op termijn ondersteuning bieden en helpen om die brug te slaan tussen de therapieruimte en het dagelijkse leven. Sommige deelnemers in de studie gaven aan dat de drang al enigszins verminderde door op intense momenten enkele vragen te beantwoorden via het monitoringsysteem. Dat biedt perspectief om interventies te ontwikkelen die ook effectief zijn wanneer er geen zorgverlening nabij is."

Wie hiermee problemen heeft, kan terecht bij

Tele-Onthaal: https://www.tele-onthaal.be/
Zelfmoordlijn (Centrum ter Preventie van Zelfdoding): tel. 1813 of https://www.zelfmoord1813.be/
Awel: https://awel.be/

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.