Ruim acht op de tien Vlamingen (81 procent) sporten minstens één keer per week. Dat blijkt uit een onderzoek van Sport Vlaanderen met gegevens van 2023.
Het gaat om een vergelijkbaar niveau als de vorige meting in 2020. Vlamingen die onder de armoededrempel leven, sporten minder: het gaat om 67,4 procent. Hoogopgeleiden sporten dan weer vaker dan laagopgeleiden, blijkt onder andere nog.
Vergeleken met 2020 hebben Vlamingen in 2023 minder recreatief gefietst en gewandeld. Dat effect wordt door Sport Vlaanderen verklaard door het feit dat mensen tijdens de coronapandemie massaal gingen wandelen. Toch werd er in 2023 nog veel gefietst en gewandeld, want als wandelen en fietsen niet wordt meegerekend is er een daling te merken in het aantal wekelijkse sporters vergeleken met 2020.
Het aandeel Vlamingen dat sport in een georganiseerd verband (sportclub of -vereniging), is wel gestegen in vergelijking met het coronajaar. In 2020 ging het om 48,2 procent, in 2023 om 60,6 procent. "Het is wel fijn vast te stellen dat meer mensen aangeven minstens één keer per week te sporten of te bewegen en dat sporters na de coronaperiode de weg naar de georganiseerde sport hebben teruggevonden", zegt Philippe Paquay, administrateur-generaal van Sport Vlaanderen. "Dat zagen we in de evolutie van de ledencijfers van de Vlaamse sportfederaties en het wordt nu bevestigd in een ruimere bevraging van de Vlaamse bevolking."