Op vraag van de federale minister van Leefmilieu heeft de Hoge Gezondheidsraad zich gebogen over de milieu- en gezondheidsimpact van mondmaskergebruik, wat heeft geleid tot volgende conclusies: de bescherming die mondmaskers tijdens een pandemie bieden, weegt sterk op tegen de mogelijke gezondheidsrisico’s van intensief gebruik, zegt de Hoge Gezondheidsraad (HGR).
De overheid moet fabrikanten verplichten transparanter te zijn over de chemische samenstelling en veiligheid van hun maskers, aldus de HGR. De zware milieu-impact van mondmaskergebruik kan men beperken door in de toekomst te investeren in mondmaskers van biologisch afbreekbaar materiaal of een herwaardering van de mondmaskers na gebruik te onderzoeken.
Sommige mondmaskers bevatten zilver om ziekteverwerkers af te doden. Voor gezondheidswerkers, die hier zwaar aan worden blootgesteld, houdt het gebruik ervan steek. Mondmaskers vormen echter op zich al een uitstekende fysische barrière. Het bijkomend voordeel van zilver voor het grote publiek is allicht eerder beperkt. De hoeveelheid zilver die gebruikers inademen ligt over het algemeen echter wel onder de kritische gezondheidswaarden.
Mondmaskers bevatten vaak ook titaniumdioxide (TiO2) als witmaker. Omwille van de mogelijke gezondheidsrisico’s beveelt de Raad aan om TiO2 in wegwerpmaskers te verbieden op basis van het voorzorgsprincipe. Ook sporen van andere schadelijke stoffen werden aangetroffen, maar de inname ervan blijft in het algemeen zeer beperkt en onder de gezondheidsnorm. Wat de gezondheidsimpact van micro- en nanoplastics betreft, is er meer onderzoek nodig. De Hoge Gezondheidsraad steunt dan ook de oprichting van een onafhankelijk referentielab voor nanomaterialen.