Sinds begin dit jaar zijn bij het oorlogsgeweld in Oekraïne al zeker negen kinderen gedood, waaronder twee in de voorbije 48 uur alleen al. Dat meldt Unicef woensdag. Nog eens 37 andere kinderen liepen dit jaar verwondingen op.

"De golf van aanvallen heeft sinds begin januari woningen, energiebronnen, scholen, crèches en andere burgerinfrastructuur in Oekraïne beschadigd en vernield. In een poging om te overleven moeten kinderen vaak uren aan een stuk noodgedwongen hun toevlucht zoeken in ijskoude, vochtige kelders en ondergrondse stations", hekelt het kinderfonds van de Verenigde Naties.

Unicef wijst erop dat ziekenhuizen en andere gezondheidszorginstellingen beschadigd en verwoest zijn, wat ervoor zorgt dat nog meer levens worden bedreigd, doordat ziektes en aandoeningen, zoals longontsteking, om zich heen grijpen. "Vooral voor kinderen die in de frontlinie wonen is de situatie verschrikkelijk, omdat hun gezinnen door de aanvallen zonder verwarming en water komen te zitten bij temperaturen die momenteel zelden boven het vriespunt uitkomen", waarschuwt het kinderfonds.

Volgens de organisatie zijn sinds het begin van de oorlog twee jaar geleden verspreid over heel Oekraïne al meer dan 1.820 kinderen gedood of gewond geraakt. Het gaat dan enkel om de door de VN geverifieerde meldingen, dus het werkelijke aantal kinderslachtoffers ligt wellicht hoger. Daarnaast werden ook in de Russische grensregio Belgorod bij aanvallen iets meer dan een maand geleden naar verluidt drie kinderen gedood. 

Unicef roept alle partijen daarom op om burgers en civiele infrastructuur te ontzien en zich te houden aan de wettelijke en morele verplichtingen om kinderen en de infrastructuur waarvan zij afhankelijk zijn te beschermen, ongeacht hun locatie. "Kinderen en hun families hebben vrede nodig", aldus de organisatie.