De mondzorg bij ouderen in Vlaamse woonzorgcentra is vaak problematisch. Dat leidt het kabinet van Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) af uit de resultaten van een driejaarlijkse bevraging die de kwaliteit van het preventieve gezondheidsbeleid in woonzorgcentra meet. Zeven op de tien van de ouderen heeft volgens het Vlaams instituut mondgezondheid tandbederf.
Hoewel er veel wordt ingezet op verschillende vormen van preventie, moet er in Vlaamse woonzorgcentra een tandje worden bijgestoken wat mondzorg betreft. De helft van de ouderen heeft namelijk tandplak. Daardoor kunnen tanden pijn doen en uiteindelijk verloren gaan. Dat bedreigt de algemene gezondheid en de levenskwaliteit.
Toch komt er slechts in drie op de tien woonzorgcentra jaarlijks een tandarts langs voor een preventief onderzoek. 44 procent heeft een structurele samenwerking met een mondhygiënist of tandarts om bewoners preventieve mondzorg te bieden. De meeste woonzorgcentra besteden wel aandacht aan het thema door bijvoorbeeld bewoners te stimuleren om dagelijks hun tanden te poetsen of die taak over te nemen wanneer de bewoner dat zelf niet meer kan.
Verder geven de respondenten aan veel aandacht te hebben voor valpreventie. Alle woonzorgcentra voorzien minstens een manier om vallen te voorkomen. Meestal gaat het om een interne kinesist of ergotherapeut. Woonzorgcentra hebben evenwel te weinig oog voor de individuele risicofactoren van de bewoners. Minder dan de helft van de centra evalueert die bij ontvangst van een nieuwe bewoner.
De Preventiepeiling werd uitgevoerd door het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, in opdracht van het Departement Zorg. De bevraging werd door 199 van de 825 erkende woonzorgcentra in Vlaanderen ingevuld.
Bijna alle woonzorgcentra voorzien in ondersteuning voor bewoners met bijzondere noden op het vlak van voeding, zoals bijvoorbeeld slikproblemen, diabetes of ondervoeding. De bewoners kunnen daarvoor vooral terecht bij een interne deskundige (arts, verpleegkundige, ergotherapeut), die hen adviseert en begeleidt. Woonzorgcentra besteden ook veel aandacht aan beweging en mentaal welbevinden met onder andere activiteiten en rustplekken.
Crevits benadrukt het belang van preventie voor ouderen. "Het is goed om vast te stellen dat er veel aandacht gaat naar beweging, valpreventie en mentaal welbevinden", aldus de minister. "Maar we leren ook dat er nog werkpunten zijn, bijvoorbeeld op het vlak van mondzorg. De peiling biedt ons allemaal inspiratie om het in de toekomst op het vlak van preventie voor de bewoners van onze woonzorgcentra nog beter te doen."
De Preventiepeiling werd uitgevoerd door het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, in opdracht van het Departement Zorg. De bevraging werd door 199 van de 825 erkende woonzorgcentra in Vlaanderen ingevuld. Met de Preventiepeiling onderzoekt de vzw wat woonzorgcentra voor hun bewoners doen rond de thema's voeding, beweging, lang stilzitten, roken, alcohol, mondgezondheid, valpreventie en mentaal welbevinden.