© Wim Danneels
In zijn pas verschenen boek ‘Zorgen voor de zorg’ gaat professor dr. Dominique Vandijck (UGent) na waarom investeren in onze gezondheidszorg loont en wat er beter kan. "Het mag iets meer revolutie dan evolutie zijn."
"Ik heb zelf jaren in het ziekenhuis aan het bed van de patiënt gestaan en ben daarna meer naar de organiserende kant opgeschoven, met beleidsfuncties en onderzoek aan de universiteit en lesgeven’, zegt prof. dr. Dominique Vandijck van de vakgroep volksgezondheid en eerstelijnszorg aan de UGent. ‘De vraag kwam om mijn bevindingen over onze gezondheidszorg eens neer te schrijven", zegt hij.
Dat deed hij in het boek ‘Zorgen door de zorg’. "Ik heb vooral getracht om een positieve en optimistische visie te schrijven, niet vanuit pessimisme of een klaagzang. Ik ben geen straatvechter, maar het mag iets meer revolutie dan evolutie zijn."
Hoe staat onze gezondheidszorg ervoor?
"Ons gezondheidssysteem heeft een aantal zaken heel erg goed voor elkaar. Medisch-technisch behoren wij tot de wereldtop. Je zou kunnen zeggen dat België het ideale land is om ziek te worden. We geven redelijk wat geld uit aan gezondheidszorg, maar slechts een kleine fractie van dat enorme budget gaat naar preventie. De manier waarop we gezondheidszorg aanbieden moet anders. We moeten niet alles meer onder de kerktoren aanbieden - en elk ziekenhuis dertig of vijftig verschillende disciplines - maar er moet een verdeling komen van de echt hoogtechnologische gespecialiseerde zorg op een aantal plaatsen, maar daarrond een regionale ontsluiting van zorg die ten goede komt aan multimorbide patiënten."
"De financiering van onze gezondheidszorg biedt voordelen - ze stimuleert toegankelijkheid en innovatie - maar ze stimuleert onvoldoende de promotie van gezondheid. Structureel inzetten op preventie - zorgen dat mensen niet ziek worden of dat ziek worden en de ziekteprogressie in de tijd vooruitgeschoven worden - gaat bovendien capaciteit vrijmaken."
Waar begin je daar concreet mee?
"Onze ziekenhuizen liggen voor ongeveer 40 tot 60 procent vol met mensen die ziek zijn door theoretisch vermijdbare aandoeningen. Veel daarvan zijn toe te schrijven aan de klassiekers: roken, alcohol, onvoldoende beweging, overgewicht. We moeten veel meer en van kinds af aan inzetten op het haast onmerkbaar promoten van gezond gedrag – nudging, zoals ze dat noemen: met hele kleine ingrepen ons gedrag sturen en gezond gedrag stimuleren. In het boek geef ik een voorbeeld waaruit blijkt dat preventie niet altijd op heel lange termijn hoeft te zijn en niet noodzakelijk veel hoeft te kosten. In Schotland stelden ze vast dat op de lagere school het aantal kinderen met prediabetes, overgewicht en diabetes toenam. Ze hebben er in de automaten de snoep en frisdrank vervangen door fruit en water, en de leerlingen elke dag rond de speelplaats laten wandelen. Een jaar later zag men een daling van die klachten, en dat kost niets."
Waar gaat volgens u buitensporig veel geld naartoe?
"Naar de behandeling van vermijdbare aandoeningen. Men zegt vaak dat er geld te weinig is. Maar een beetje provocatief zou je kunnen zeggen dat er geld genoeg is, maar dat men het op een slimmere manier moet investeren. Er wordt soms overmatig gebruik gemaakt van klinische biologie en medische beeldvorming onder andere. Dat is niet altijd alleen maar de schuld van de artsen, ook het systeem doet ons evolueren naar die posten die opbrengen ter compensatie van die die sterk ondergefinancierd zijn. Een rol van de overheid is ook om bepaalde zorg die deficitair is te behouden en te kunnen blijven uitblinken in toegankelijkheid en solidariteit, zodat niet alleen een groot stuk van de Gauss-curve zorg kan krijgen en de zeldzamere aandoeningen uit de boot vallen."
Hoe kijkt u in dat kader aan tegen de honoraria van de artsen?
"Dat is altijd een gevoelige discussie. Het gros van de collega’s is het erover eens dat er een herijking van de nomenclatuur moet komen. We zijn daar al lang mee bezig, maar het is moeilijk om stappen vooruit te zetten. De honoraria stoelen vaak op historisch wat overgewaardeerde zaken, zoals radiologie en nefrologie, waar ze wat afgevlakt zouden moeten worden. Maar ik denk niet dat dat onmiddellijk gaat gebeuren. Ik denk dat het onder controle houden realistischer is. Maar de discussie komt de jongst tijd wel meer aan de oppervlakte. Iedereen mag goed gehonoreerd worden in functie van opleiding, verantwoordelijkheid… maar dat dat er ergens een norm op moet zitten, lijkt mij evident. Ik denk dat er ook een groep artsen is die daar vatbaarder voor wordt. Veel mensen beseffen dat het model en de publieke middelen eindig zijn. Maar dan bots je vaak op een klassieker: everybody wants change, but nobody wants to change. Het gaat niet van één iets afhangen om het systeem in balans te krijgen. Het gaat om de financiering in haar totaliteit, alleen de artsen viseren is te kort door de bocht."
‘Zorgen voor de zorg - waarom investeren in gezondheid loont’ van prof. dr. Dominique Vandijck werd uitgegeven bij Lannoo en kost 25,99 euro.