Meer dan 230 miljoen meisjes en vrouwen ter wereld zijn genitaal verminkt. Dat zegt Unicef, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, op Internationale Vrouwendag. Het gaat om een stijging met 15 procent. Zes jaar geleden was nog sprake van ongeveer 200 miljoen slachtoffers van vrouwenbesnijdenis.
De praktijk is in vele landen verboden, maar in sommige landen bestaat nog altijd een traditie van genitale verminking bij vrouwen. In Afrikaanse landen is de praktijk het meest wijdverspreid. Daar zijn 144 miljoen gevallen geregistreerd. In Aziatische landen gaat het om 80 miljoen gevallen, in het Midden-Oosten om zes miljoen.
"Genitale verminking brengt het lichaam van meisjes schade toe, hypothekeert hun toekomst en brengt hun leven in gevaar", zegt Catherine Russell, uitvoerend directeur van Unicef. Volgens het VN-Kinderfonds bestaat het risico op blijvende fysieke en psychische schade. Bovendien daalt de leeftijd van getroffen meisjes, soms zelfs voor hun vijfde verjaardag.
Hulporganisaties willen de strijd aangaan met vrouwenbesnijdenis, maar dat wordt in veel landen bemoeilijkt door conflicten, klimaatextremen, ziektes en voedselonzekerheid. Voorbeelden zijn Somalië, Soedan en Ethiopië.
Toch is er ook een keerzijde van de medaille. Er is hier en daar ook sprake van vooruitgang, zoals bijvoorbeeld Kenia, Sierra Leone en Egypte, waar het aantal gevallen van genitale verminking daalt.