Huisarts Karel Willems uit Humbeek (Grimbergen) valt op 9 maart, de dag dat hij 70 wordt, op de piste van Heusden-Zolder het werelduurrecord aan voor zijn leeftijdscategorie. ‘Het is het verstand op nul zetten en afzien.’ De opbrengst vloeit naar Kom Op Tegen Kanker. MediSfeer sprak met hem.
Dokter Karel Willems (69), huisarts – nog altijd – in Humbeek is een koersfanaat. Op 9 maart, de dag dat hij 70 wordt, wil hij op de piste van Heusden-Zolder proberen meer dan 43,2 kilometer te rijden. Dat is de afstand waarmee een Amerikaan houder is van het wereldrecord in de categorie 70 tot 74 jaar. ‘Een Belgisch uurrecord bestaat niet in die categorie’, zegt dr. Willems, ‘dus dat heb ik sowieso, dat heb ik nagevraagd bij de UCI (de internationale wielerunie, red.).’
Maar meer nog dan voor het record doet hij het voor Kom op tegen Kanker. ‘Ik wilde mijn prestatie koppelen aan een goed doel. ‘Met kankerpatiënten ben ik mijn hele loopbaan in contact gekomen. In de 44 jaar dat ik huisarts ben, is kanker de ziekte die me het meest heeft aangegrepen. Vooral de enorme pijn en het grote leed dat de ziekte de patiënt en zijn of haar omgeving bezorgt."
"De ondersteuning was in die tijd weinig uitgewerkt en alle aandacht ging naar het genezingsproces van de patiënt. Mijn vrouw Frieda en ik hebben geprobeerd die mensen zo goed mogelijk te ondersteunen en te begeleiden om ermee om te gaan. Op zowel medisch, psychologisch als sociaal vlak werkten we met de patiënt en de familie samen. Intussen is de benadering gelukkig al veranderd en is er wel meer aandacht voor integrale zorg en ondersteuning voor de familie. Tegelijk is er op alle vlakken nog groeimarge. Daar willen we ook aan blijven bijdragen."
"Ik ben heel tevreden met de opbrengst tot nu toe. We zitten nu aan 11.000 euro. Ik ben geschrokken van de grootte van de bedragen die de mensen geven. Ze zijn vrijgevig. Ik ben bij 18 sponsors gestopt, maar ik had er veel meer kunnen hebben. Maar de affiche was vol. Mocht ik het nog eens doen, ik zou de affiche groter gemaakt hebben of er iets anders mee gedaan hebben. Er zat nog meer in. Maar bon, het is wat het is. We waren al content dat we er 18 hadden.’"
Wanneer bent u beginnen te trainen?
‘Vanaf begin december, en meerdere keren op de piste. Op 9 februari ben ik voor een week naar Gran Canaria getrokken met mijn tijdritfiets en een gewone fiets, om gedurende vijf, zes dagen vijf uur per dag te trainen. Tijdrijden op de vlakke wegen, met de gewone fiets een paar hellingen en tussendoor fitnessoefeningen. Ik hoop op de supercompensatie, zoals de profs. Ik probeer dat wat te imiteren, hé (lacht). In groep train ik niet veel, omdat ik valpartijen wil vermijden. Het heeft ook zoveel geregend, dat ik nog nooit zoveel binnen heb getraind als dit jaar in januari, met Zwift (virtuele indoor cycling, red.). Dat viel echt goed mee.’
U stond natuurlijk al deels op scherp omdat u voordien al zo goed als dagelijkse koerste.
"‘In Antalya heb ik al heel goed gereden in de tijdrit waaraan ik deelnam. Ik heb mijn record gebroken dat ik op mijn 69ste gehaald had: 40,8 per uur op 20 kilometer buiten. Dat wat fantastisch goed. Dus ik dacht: als ik dat buiten kan, moet ik die snelheid op de piste nog wat kunnen verbeteren. Over een langere tijd dan wel, maar je hebt daar geen last van de wind. Die bochten goed nemen, een doortrapfiets met maar één versnelling, dat is toch wennen. Ik heb 56x14 gekozen, wat vrij groot is, maar ik trap altijd al een redelijk zwaar verzet. Je moet groot trappen, natuurlijk, anders ga je niet vooruit.’"
Dit is het eerste deel van het interview dat integraal in onze volgende editie van MediSfeer verschijnt.