In de aanloop naar de ZNA-nieuwbouw Cadix en onder invloed van beleidsaccenten anticiperen de directie en de artsen van ZNA strategisch. Dat heeft onder meer gevolgen voor de kraamklinieken en de dienst pediatrie. Zonder evenwel te raken aan de tewerkstelling, maakt men zich sterk.

In een notendop komt de herschikking hierop neer: ZNA Sint-Erasmus zal grotendeels verhuizen naar ZNA Cadix in 2020, met:

• Materniteiten ZNA Sint-Erasmus en ZNA Jan Palfijn die zich verenigen in een gezamenlijke kraamkliniek (over de timing wordt nog overlegd).
• Polikliniek ZNA Sint-Erasmus die ook na 2020 op de ZNA Sint-Erasmus-site blijft, en een toegangspoort tot de zorg.
• Rekening houdend met de verwachtingen vanuit de overheid, zal er geen nieuwe hospitalisatie-afdeling pediatrie worden voorzien in ZNA Cadix. 

Nieuw is dat ook alle medische en ondersteunende diensten van ZNA Sint-Erasmus naar ZNA Cadix zullen verhuizen tegen 2020, met uitzondering van de polikliniek en de materniteit. 

De herschikkingen passen in de opening van de nieuwe site ZNA Cadix (gelegen naast Park Spoor Noord) die voorzien is tegen 2020. Naar ZNA Cadix verhuizen tegen die datum - zoals reeds bekend - alle medische en ondersteunende afdelingen van ZNA Stuivenberg, met uitzondering van het volledig vernieuwde ZNA Psychiatrisch Ziekenhuis aan de Pothoekstraat. 

Deze verschuivingen hebben geen effect op tewerkstelling. Ze waren wel noodzakelijk omdat de eerste plannen ondertussen al 7 jaren oud zijn en de zorg is sindsdien erg is geëvolueerd. In overleg met het artsenkorps werden zorgstrategische keuzes gemaakt die de optimale medische invulling bepalen. Deze beslissingen door de Raad van Bestuur ZNA op 27 oktober kregen een positief advies van de Medische Raad ZNA.

“Deze keuzes moeten ertoe leiden dat we een goed zorgaanbod hebben voor onze patiënten, in een zorgomgeving waar het goed werken is voor onze medewerkers. In ZNA Cadix gaan we gebruik kunnen maken van een gloednieuw gebouw met alle nodige faciliteiten en waarbij er zeer goede omkadering is om de zorg nog beter en veiliger te kunnen verlenen”, aldus CEO Wouter De Ploey.