In de aanloop naar de syndicale verkiezingen bevroeg artsensyndicaat Bvas huisartsen en specialisten naar hun bekommernissen (1).
Een greep uit de resultaten:
Ongeveer zes op de tien artsen (57% huisartsen, 62% specialisten) tonen zich voorstander van een "filter" voor de studie geneeskunde, wat vandaag neerkomt op een toelatingsexamen. Tijdens hun studie was gemiddeld 70% tegen. Acht op de tien huisartsen én specialisten zijn tevreden over hun stagemeester.
Een grote meerderheid geeft aan tijdens de opleiding bijkomende uren te hebben gepresteerd zonder vergoeding. Wat die vergoeding betreft: twee derde (66%) van de specialisten staat achter de betaling per prestatie. Forfaitaire vergoedingen kunnen hooguit een aanvulling zijn daarop. Bij de huisartsen is een nipte meerderheid (54%) te vinden voor een verloning die uitsluitend per prestatie verloopt. Een op de elf wil dan weer alleen forfaitair vergoed worden. Voor 35% is het om het even.
Workload
Een rode draad bij huisartsen én specialisten is aandacht voor een betere work-life balance. Wat al een hele tijd zo werd aangevoeld, bevestigt deze enquête. De workload ligt dan ook nog zeer hoog: ruim de helft van de huisartsen geeft aan meer dan 60 u per week te werken terwijl minder dan een op de tien dat echt wil. Een op de vier specialisten is gemiddeld nog langer aan de slag (tussen 60u en 80u per week) en ook hier zien de meesten een grens van 60u per week als het maximum.
Wachtdiensten vormen een extra belasting. Geen wonder dat amper een op de twee huisartsen hieraan nog zou deelnemen als de verplichting wegviel. Een oud zeer is de administratieve belasting die op vijf uur of meer per week ligt voor de overgrote meerderheid.Voor 23% van de specialisten loopt die zelfs op tot 15 uur per week.
Van de specialisten heeft zowat de helft een voorkeur om ziekenhuis en privépraktijk te combineren. Vier op de tien verkiezen uitsluitend in het ziekenhuis te werken, en 6% zweert alleen bij een privépraktijk.
De meeste huisartsen in het respondentenstaal (61%) werken solo. Bijna vier op de tien zijjn aan de slag in een groepspraktijk, 1% in een wijkgezondheidscentrum. Driekwart overgrote meerderheid kiest voor het statuut van zelfstandige, de anderen hebben een voorkeur om te werken als gesalarieerde (16%) of hechten nauwelijks belang aan hun statuut (8%).
Vertegenwoordiging
Ruim de helft van de specialisten (57%) is van mening dat artsen in het ziekenhuis niet voldoende vertegenwoordigd worden door de medische raad. Hierbij moet wel gezegd dat tijdens de enquête de nieuwe – gunstige – artsenregeling voor co-governance in ziekenhuisnetwerken nog niet overal bekend was. Alleszins vinden bijna acht op de tien (77%) specialisten dat artsen hier een dikkere vinger in de pap moeten krijgen.
Netwerken
Op zich zijn zeven op de tien specialisten (69%) pro ziekenhuisnetwerken, maar die andere werf van Maggie De Block, de forfaitaire financiering van de laagvariabele zorg, stuit op flink meer weerstand zoals al herhaaldelijk bleek uit reacties in De Specialist: slechts 29% is voor.
- Een op twee huisartsen denkt dat er een tekort aan artsen is in hun zone. Op de vraag in welke discipline zich dat tekort situeert, geeft 73% aan dat het om huisartsen gaat. Ook oftalmologie, geriatrie, NKO en psychiatrie worden aangestipt.
- Negen op tien huisartsen werken met een elektronisch GMD. Bijna driekwart is voorstander van het elektronisch voorschrift (Recip-e).
(1) De vragenlijsten werd op vraag van Bvas verstuurd door mediagroep RMN, in de periode tussen 30 maart en 24 mei 2018. Er liepen 1.295 antwoorden binnen van huisartsen en specialisten.