Dinsdag vond een buitengewone vergadering van de TGR (Technisch Geneeskundige Raad) plaats over teleconsultatie. Deze door het Riziv georganiseerde vergadering op afstand bracht de vertegenwoordigers van de verschillende syndicaten rond de tafel. Het kartel presenteerde zijn richtsnoeren die als een onontbeerlijk raamwerk voor telegeneeskunde moeten dienen.
Marcel Bauval, Pierre Drielsma en Paul Vollemaere waren de GBO-vertegenwoordigers, terwijl het ASGB afgevaardigd was door Sébastien Vermeulen (huisarts) en Frieda Matthys (specialist).
"In overleg met alle leden van het GBO-bestuur hebben we veel voorbereidend werk verricht om duidelijk de reikwijdte, het raamwerk en de grenzen vast te stellen die als onontbeerlijk voor teleconsultatie moeten dienen", legt de GBO uit, "en verschillende van de door ons voorgestelde richtsnoeren lijken duidelijk op een consensus af te stevenen".
Gouden standaard
- De "fysieke" raadpleging moet de gouden standaard blijven van de activiteit van de huisarts.
- De 3 COVID-19 pseudocodes voor teleconsultatie (codes 101990, 101135 en 101835) zullen verdwijnen op 1 januari 2022.
- Teleconsultatie zou voorbehouden zijn aan de houder van het geïnformatiseerde GMD van de patiënt (of zijn vervangers) en voor spoedgevallen (wachtdienst). Deze beperking is bedoeld om commercieel misbruik zo goed als onmogelijk te maken.
Teleconsulten worden gelijk vergoed voor de huisarts en de specialist (met de begrijpelijke uitzondering voor psychiaters). - Het teleconsultatiemodel zal op lange termijn videoconsultatie worden, maar fono-consultatie (consultatie per telefoon) zal worden gehandhaafd totdat een speciaal, volledig beveiligd videoconsultatieplatform is opgezet.
- Telefonisch consult zal worden opgewaardeerd tot 80% van de code voor video-consultatie.
- De code "eenvoudig advies" (109012) zou worden opgewaardeerd tot "tele-advies" voor deze korte telefonische contacten. Deze kwestie zal later uitvoerig worden besproken, maar wij hebben nu reeds de weg gebaand, heet het.
Tijdens deze vergadering is geen akkoord bereikt over de vergoedingen die verschuldigd zijn voor een videoteleconsult. Dit punt zal opnieuw ter tafel komen omdat de GBO van mening is dat deze code zo dicht mogelijk bij een fysiek consult moet worden gewaardeerd, ook al kan bij een teleconsult geen lichamelijk onderzoek worden verricht.