Gisteren traden diverse instanties op als gemeenschappelijk front tegen de verplichte veralgemeende derdebetalersregeling bij de huisartsen. Het front verenigt de BVAS, het SVH, de GBO, de SSMG, het FAG en de UNPLiB (Union des professions libérales et intellectuelles de Belgique).
Dit punt leeft sterk bij de huisartsen, daarom signaleren we het ook aan de specialisten. Overigens bestaat de kans dat op lange termijn ook specialisten aan dit systeem onderworpen worden. De BVAS had een tastbaar aangrijpingspunt om de pers aan te spreken: de petitie tegen de verplichte derdebetalersregeling die op 19 juni van start ging, heeft intussen meer dan 2.000 handtekeningen verzameld. De daaraan gekoppelde enquête was op 1 juli door 632 respondenten ingevuld. “Ik heb nog maar zelden gezien dat een dossier bij huisartsen zo veel emotionele reacties teweegbrengt”, zegt Dirk Scheveneels van BVAS.
“Bijna 4 op 10 van de respondenten geven aan ernstig te overwegen om hun activiteit stop te zetten als de verplichte derdebetalersregeling met elektronische facturatie in voege treedt”, vult ondervoorzitter Roland Lemye aan. “Het betreft hier bijna 250 huisartsen die aangeven uit het beroep te zullen stappen als deze regeling van kracht wordt. Als men de leeftijdscategorie van deze artsen bekijkt, is het nog opmerkelijker dat 46% van deze huisartsen jonger is dan 60 jaar.”
Technische problemen hebben minister De Block ertoe bewogen om voor de verplichte derdebetalersregeling een gedoogbeleid te voeren tot 1 oktober. Dit gedoogbeleid wordt ingegeven door de vaststelling dat niet alle huisartsen toegang hebben tot de elektronische facturatie.
KB negeren
Maar de argumenten die het front van tegenstanders aanvoert, zijn duidelijk van een andere snit: het gaat over het statuut van de huisarts als zelfstandig zorgverstrekker en over zijn relatie met de patiënt.
SVH-voorzitter Herman Moeremans noemt het verplicht toepassen van de derdebetalersregeling bij patiënten met een OMNIO-statuut stigmatiserend. “De dagelijkse praktijk leert ons dat heel wat patiënten met een OMNIO-statuut geen vragende partij zijn om van een derdebetalersregeling te kunnen genieten.” En wat met OMNIO-patiënten die zich niet naar de praktijk kunnen verplaatsen en daarom enkel op huisbezoek kunnen gezien worden? Dokter Moeremans verwijst hiermee naar de bepaling dat de verplichte derdebetalersregeling volgens het betrokken KB alleen verwijst naar het consult, niet naar het huisbezoek.
De BVAS roept artsen op de verplichting tot derdebetalersregeling naast zich neer te leggen. Het syndicaat benadrukt dat het voorstander is van een derdebetalersregeling – huisartsen passen die trouwens al jaren toe – maar eist voor de artsen de mogelijkheid op om zelf, geval per geval, over de toepassing te beslissen. Niet alle OMNIO-patiënten hebben onvoldoende geld om een volledig honorarium neer te tellen, terwijl sommige patiënten zonder OMNIO-statuut wel degelijk moeilijkheden ondervinden om dit bedrag neer te tellen, zo stelt de BVAS.
Kartel verdeeld
“De wet op de verplichte derdebetalersregeling is democratisch gestemd, en daarom zullen we die respecteren”, zegt Anne Gillet van de GBO. “Maar we treden die wet niet bij. De verplichte derdebetalersregeling als apart ingevoerde maatregel is afwaarderend voor de huisartsgeneeskunde. We moeten niet alleen de toegang tot de eerstelijnszorg optimaliseren, maar ook de toegang tot geneesmiddelen en de tweede lijn. Als de huisartsgeneeskunde gepercipieerd wordt als ‘goedkope’ geneeskunde, hebben we geen verweer meer tegen buitensporig veeleisende of agressieve patiënten.” Dokter Gillet gelooft in de kracht van het parlementaire debat om orde op zaken te stellen.
De GBO (Groupement belge des omnipraticiens) is de Franstalige huisartsenvleugel van het Kartel. De Nederlandstalige huisartsenvleugel, het ASGB, vereenzelvigt zich niet met het front. “Het ASGB oordeelt dat de voordelen van een verplichte derdebetalersregeling opwegen tegen de nadelen”, verklaart Anne Gillet. “In de ogen van de GBO is het andersom.”
M.L./P.S.