Het rapport Stichting Kankerregister over complexe chirurgie - over complexe heelkundige ingrepen voor pancreas en slokdarm - staat in de steigers, maar het passeerde eerst nog de medicomut voor een laatste methodische check. Bedoeling is om het later te publiceren op de sites van het Riziv en FOD Volksgezondheid. In welke zin werd de methode nog bijgestuurd?
Wat voorafging: op 1 juli 2019 startte het Riziv een driejarige overeenkomst met 15 gespecialiseerde centra voor complexe heelkundige ingrepen aan de pancreas en peri-ampullaire regio en met 10 gespecialiseerde centra voor complexe heelkundige ingrepen aan de slokdarm en gastro-oesofagale junctie.
De overeenkomst ging gepaard met twee groepen nieuwe verstrekkingen: het Multidisciplinair consult (MC) voor complexe pancreas- en slokdarmaandoeningen, waar wordt beoordeeld of een patiënt al dan niet in aanmerking komt voor een heelkundige behandeling; en de selectie complexe chirurgische ingrepen voor aandoeningen van de pancreas en periampullaire regio en voor aandoeningen van de slokdarm en gastro-oesofagale junctie.
Enkel een centrum voor complexe chirurgie dat toetrad tot de conventie, komt voor Riziv-terugbetaling in aanmerking.
Registratie via het Kankerregister is verplicht voor alle patiënten besproken op een MC, ook als geen heelkundige behandeling plaatsvindt. Voor geopereerde patiënten omvat de registratie gegevens tot 90 dagen na de chirurgie. De Stichting Kankerregister staat in voor de jaarlijkse kwalitatieve opvolging. Die zal drie keer plaatsvinden tijdens de duur van de overeenkomst. Op 20 augustus werden de jaarrapporten goedgekeurd door de leden van de Stuurgroep “Complexe chirurgie”.
Dr. Liesbet Van Eycken, directeur stichting Kankerregister, stelde het dossier voor in de medicomut. Daar kwamen nog enkele opmerkingen bovendrijven over de gevolgde methode want het is nog maar het eerste jaar dat dit rapport opgemaakt wordt en er zitten nog wat statistische onzekerheden in.
Zo moeten de onderzochte groepen goed matchen en men zal in eerste instantie dus geen namen van ziekenhuizen publiceren. Verder is het opletten geblazen met de referentiegroep: is die goed afgebakend? Heeft men daar gewekt met harde eindcijfers, mortaliteit? Blijkbaar niet, de mortaliteit is gebaseerd op de beschikbare gegevens (type chirurgie, stadium slokdarm- of pancreaskanker…). “Dat is een wat zwak punt”, meent dr. Moens (Bvas). “Tweede punt van kritiek zijn de periodes van 30 en 90 dagen, relatief kort om het overlijden te bekijken. Bij oesofagale kanker overlijdt men soms veel later. Het vergelijkingspunt is dus wat kort.”
Het rapport zal worden bekendgemaakt op de site van het Riziv en de FOD Volksgezondheid.