In hun rapport over de voorbije legislatuur kennen de jonge specialisten in opleiding de regering een magere 5,5/10 toe. Wat zijn de sterke en zwakke punten?Als sterke punten sommen vertegenwoordigers Johan Brouwers, Miet Vandemaele, Cynthia D'Hondt, Bas Bruneel en Frederik Deman op:
- Groenboek: er bestaat nu een opleidingskader
- Er bestaat een mogelijkheid tot inspraak en samenwerken met het kabinet Volksgezondheid: hiermee wordt geregeld overlegd en de jonge specialisten hebben de indruk dat met hun opmerkingen rekening wordt gehouden.
- Het kadaster medisch aanbod is verder uitgewerkt
- Een 'last minute bereidheid' tot een oplossing van de dubbele cohorte
- De mogelijkheid tot deeltijds werk, een eis die niet onbelangrijk is voor de jongere generatie.
Anderzijds blijven er zowat evenveel zwakke punten
- Voor de dubbele cohorte werd welilswaar op het nippertje een oplossing uit de mouw geschud, maar dat zonder oog op effecten op de werkvloer en lange termijn
- Het Groenboek is niet volledig omgezet in besluitvorming
- Een degelijke (voorstel tot) aanpassing van het sociaal statuut en de arbeidsvoorwaarden ontbreekt
- Aan inspraak in het belangrijke dossier subquota op Vlaams niveau ontbreekt het, laat staan dat het dossier vorderde.
Ondertekend door
Tot zover kernachtig het rapport van de Vaso. Een volledige versie vindt u hier.
Hoe moet het nu verder, met het oog op de volgende legislatuur?
Op federaal niveau is een hoofddoel van de Vaso het Groenboek voor de financiering en programmatie van stages voor artsen. Vooral dan de kwaliteitszorg van de opleiding die hieraan gekoppeld is, moet verder worden uitgewerkt, heet het. "Daarnaast plaatsen we (nogmaals) ons sociaal statuut en de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden op tafel. Op niveau van de Vlaamse gemeenschap zijn we benieuwd naar het beleid dat gevoerd zal worden omtrent de subquota. Tot op heden werden wij hier jammer genoeg niet in betrokken ondanks meermaals aandringen."
Het Vaso publiceerde een memorandum om enkele belangrijke eisen in de verf te zetten.
Opleiding met oog voor netwerken
Hoofdljnen zijn dus de uitwerking van een groenboek en de kwaliteitsbewaking naast het sociaal statuut. Andere aandachtspunten: de wettelijke collectieve arbeidsvoorwaarden naleven en verduidelijken, deeltijds werk vergemakkelijken, inspraak in de subquota, het behoud van de contingentering.
Opmerkelijk is het laatste punt waar de jonge specialisten ingaan op hun opleiding en de link met de ziekenhuisnetwerken die volop vorm krijgen. Het stageplan van de ASO's is vandaag namelijk verbonden aan stagediensten binnen ziekenhuizen. Door de netwerkvorming en concentratie van zorg dreigen zij zo bepaalde aspecten minder aan bod te zien komen tijdens de opleiding. "Concentratie van zorg mag geen concentratie van bepaalde delen van de opleiding inhouden. Rotaties binnen een ziekenhuisnetwerk moeten dan ook - indien noodzakelijk voor een kwalitatieve opleiding - mogelijk gemaakt worden.'
Het volledige memorandum leest u hier.