Volgens de pas vrijgegeven Rizivcijfers huisartsen-specialisten noteert men na het mini-akkoord 2017 84,07% geconventioneerden en 15,93% artsen die het akkoord weigeren. Een miniem verschil met het oorspronkelijke akkoord 2016-2017 van 0,07%. Is dat ook zo voor de specialisten afzonderlijk?
Tot 31 mei had u de kans om het mini-akkoord geheel of gedeeltelijk te weigeren. Voor het eerst kon dat elektronisch via de app MyInami.
Bij de geaccrediteerde huisartsen alleen ligt het aantal weigeringen op 14,17%. Traditioneel stappen meer specialisten uit het akkoord: 19,15% globaal en 26,49% bij de geaccrediteerden.
Over het hele land bekeken, specialisten en huisartsen samen, ligt het percentage weigeringen op 15,93% (21,76% bij wie geaccrediteerd is).
Per regio lopen die verschillen wel sterk uiteen.
- In Vlaanderen weigert amper 7,82%, van de huisartsen in Wallonië 12,81%, en Brussel is traditioneel de kampioen met 18,42%.
- Voor de specialisten krijgen we een ander 'regioklassement': Wallonië weigert het minst (16,15%), gevolgd door Brussel (21,26%) en hier spannen de Vlamingen de kroon (21,26%).
Traditioneel zijn binnen de specialismen dermatologie (68,54%), oftalmologie (59,18%) en plastische chirurgie (58,98%) de koplopers om neen te zeggen tegen het akkoord.
Revolutionaire verschuivingen in vergelijking met het vorige akkoord zijn er zeker niet, ook niet in vergelijking met de voorgaande jaren. Zo weigerden globaal genomen 19,15% van de specialisten het akkoord dit jaar. Voor het akkoord 2013-2014 bedroeg dat percentage 20,04%.