De overheid heeft eindelijk ingezien dat de labs van het federaal platform bis veel te veel voorschot kregen. Ze kan de faciliteiten en infrastructuur voor dat platform beter doorsluizen naar de erkende labs, laat dr. Alin Derom, voorzitter van de BBASMB (1), weten. Als dat gebeurt, moeten wel nog enkele pertinente vragen beantwoord worden.
Samen met de klassieke erkende klinische labs wou de overheid tegen het einde van 2020 aan meer dan 100.000 stalen per dag komen in de strijd tegen covid-19. Daarvoor werd het federaal platform in het leven geroepen en rijkelijk betoelaagd.
Dr. Derom rekent het nog even voor: als je per platform maandelijks een bedrag van 720.000 euro krijgt dat enkel moet dienen om je personeel voor 7.000 testen per dag stand-by te houden, dan is de rekensom snel gemaakt en heb je voldoende kapitaal om 100 personen per maand te betalen met een maandelijkse kost voor de werkgever van 7.200 euro. En dat terwijl die platformen maar aan 7.000 testen per dag komen. “Veel te veel personeel dus. Ik denk niet dat de erkende labs een verhouding hebben van 1 personeelslid per capaciteit van 70 PCR ‘s per dag.”
Post-platformtijdperk
Er volgde heel wat later weliswaar een flinke correctie naar beneden van de overheid: de stand-by vergoeding werd teruggeschroefd naar 270.000 euro per maand, gebaseerd op 750 testen per dag à rato van 12 euro per test met een garantie van slechts 3.000 testen per dag.
Een keuze waar dr. Derom zich in kan vinden, maar hij denkt al verder: aan het post-platformtijdperk. Hij roept alle betrokken partijen (overheid, Riziv, Sciensano en de erkende laboratoria) op om dat ook te doen. Bij die denkoefening komen de erkende labs weer in de schijnwerpers, met een geschatte theoretische capaciteit van circa 90.000 testen en meer per dag. Die labs staan bovendien veel dichter bij de aanvragers, heet het.
Dokter Derom werpt enkele vragen op ter reflectie. “Wie is bereid een deel van de platformencapaciteit over te nemen? Wie is bereid de functie van de platformen (in zijn regio) op zich te nemen - ook op zon- en feestdagen - en hoe zal de overheid daar een analoge logistieke en financiële support aan koppelen?”
Variants of concern
Alvast wat de uitbraken in grote woonzorgcentra betreft, ziet de voorzitter een uitweg via enkele centrale federale afnameteams. Maar daarnaast rest de kwestie wie bereid is om mee de variants of concern (VOCs) op te volgen. En of het Riziv dat allemaal wil blijven vergoeden, op een andere manier dan tot vandaag. Hoe en tegen welke voorwaarden?
De labs moeten zich ook afvragen of ze semi-kwantitatieve resultaten willen rapporteren in de wetenschap dat dit niet voor alle laboratoria mogelijk zal zijn door technische beperkingen van hun analyzers.
Dashboard
Willen de erkende labs hun capaciteit van 90.000 testen aanhouden, dan is een optie daarvoor het – weliswaar wat gebruiksvriendelijker gemaakte – dashboard. Dat biedt de labs de kans om inzicht te bieden in hun SARS-CoV-2 PCR-capaciteit voor nu tot en met bijvoorbeeld april 2022. Inzicht in een handhaving c.q. verlaging wordt dan mogelijk, maar dan is het aangewezen om deze denkoefening nu te maken zodat de cijfers nog deze maand in het dashboard kunnen.
Nomenclatuur en accreditatie
Vragen bij de vleet dus, waarbij ook nog dit lijstje hoort: komt deze test ooit in de nomenclatuur (bv. art. 24bis § 1: Moleculaire biologische onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen)? Ook ambulant? Ook in combinatie met andere ziektekiemen? Zal de overheid daar budget voor vrijmaken en ons de nodige tijd geven om een Belac-accreditatie te halen? Voor dat laatste kan iedereen best nu al de mouwen anticiperend opstropen en de nodige procedures starten, luidt het.
(1) Belgische beroepsvereniging van artsen-specialisten in Medische Biopathologie