Heeft een tuchtsanctie zin voor een geïnterneerde? Kan de psychiater oordelen? (Orde)

Mag de psychiater die instaat voor de behandeling van geïnterneerden in een gevangenisinstelling, oordelen over de verantwoordelijkheid van een geïnterneerde in de context van een tuchtprocedure? De Orde onderzocht deze kwestie die heel wat deontologische valstrikken bevat.

In de rechtsleer en de rechtspraak heeft men zich al geregeld de vraag gesteld of een tuchtsanctie voor een geïnterneerde gerechtvaardigd is.[ De vraag rijst in hoeverre een geïnterneerde verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn daden en of de tuchtrechtelijke inbreuk aan hem toerekenbaar is.

Het is een gunstige evolutie dat de gevangenisinstellingen rekening trachten te houden met de vraag van verantwoordelijkheid van een geïnterneerde voor de gepleegde tuchtrechtelijke inbreuk. Het is dan ook onontbeerlijk dat een psychiater wordt betrokken bij het oordeel over de toerekeningsvatbaarheid van de betrokken geïnterneerde.

Onafhankelijk

Het is evenwel van belang dat de psychiater, aan wie wordt gevraagd of de geïnterneerde verantwoordelijk kan worden gehouden of niet, zijn oordeel op een onafhankelijke, onpartijdige, zorgvuldige en integere manier kan vormen. Deze opdracht toekennen aan de (behandelende) zorgpsychiater van de geïnterneerde, zou de principes van onafhankelijkheid en de onpartijdigheid in het gedrang kunnen brengen. Het is dienvolgens aangewezen dat deze opdracht wordt toegekend aan een externe arts-psychiater.

Beroepsgeheim

Los van voornoemde deontologische principes, is de zorgpsychiater gebonden aan het beroepsgeheim. Het toevoegen van elementen uit het medisch dossier van de geïnterneerde aan diens tuchtdossier, betekent een inbreuk op het beroepsgeheim. Daarnaast kan het deelnemen aan het oordeel van toerekeningsvatbaarheid de opgebouwde vertrouwensrelatie tussen de zorgpsychiater en de geïnterneerde ontwrichten.

Recht op psychiatrische zorg

Ten slotte dient te worden gewezen op het recht op psychiatrische zorg en therapie van de geïnterneerde, dat meermaals werd bevestigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dit fundamenteel recht op zorg komt mogelijk in het gedrang wanneer de medische gegevens, verzameld in de context van de zorgrelatie, worden gebruikt om de geïnterneerde tuchtrechtelijk te sanctioneren. Dit zou als gevolg kunnen hebben dat de geïnterneerde geen beroep meer doet op de zorgpsychiater of niet meer vrijuit kan spreken, uit angst voor latere represailles in een tuchtprocedure.

De gevangenisinstelling kan tegemoet komen aan voornoemde problematieken door een beroep te doen op een onafhankelijk expert ter bepaling van de toerekeningsvatbaarheid van de geïnterneerde in de context van een tuchtprocedure, en niet op de zorgpsychiater van de gevangenisinstelling zelf.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.